Beter schaken: je visualisatie trainen

Zwart aan zet…

Dit is een fragment uit een partij tussen David Bronstein en Viktor Kortschnoj (Match Leningrad-Moskou, 1962). Wit heeft zojuist 37. Te8! gespeeld en zwart reageerde hier 37. … Dxf3?! Hoe kijk jij tegen deze stelling aan?

Voordat ik verder ga: Richard Vedder stuurde me deze partij naar aanleiding van een andere blog die ik schreef. Bedankt Richard! Maar op dat fragment waar het om draaide, een paar zetten later, kom ik zo dadelijk terug.

Er waren ‘betere’ alternatieven…

Zullen we ons eerst bezighouden met de vraag waarom 37. … Dxf3?! niet de (relatief) sterkste zet was? Objectief bezien waren er sterkere mogelijkheden. Denk aan 37. … Kg6, 37. … Td5 of 37. … Dd7. Deze zetten verliezen trouwens ook. Na 37. … Dxf3 veranderd de beoordeling van +6 in +12 in het voordeel van wit. Maar waarschijnlijk is dit een tamelijk arbitraire discussie. Ik twijfel er geen moment aan dat Bronstein een +6 stelling zonder al te veel moeite kon winnen.

Er is weinig fantasie voor nodig om te concluderen dat wit veel beter staat. Stockfish 15 geeft wit na 37. Te8 een plus van ruim 6. Dat komt voornamelijk door de actieve witte stukken en de positie van de zwarte koning. Alhoewel de witte koning ook een wankele positie inneemt. Maar wit heeft het initiatief en is dus net wat eerder.

Er op speculeren dat je tegenstander het niet ziet?

Ik vermoed dat Kortschnoj het witte vervolg wel gezien heeft. Zijn stelling was verloren en dan doe je soms wanhopige zetten of probeer je nog iets. Wie weet ziet wit wat over het hoofd? Want die moet het juiste vervolg nog wel even zien. Daar gaat ie dan (voor de duidelijkheid nog even het diagram):

David Bronstein-Viktor Kortschno
Stelling na 37. Te8

Na 37. … Dxf3? (andere zetten verliezen ook) trekt wit zich niks aan van de matdreiging en gaat verder met 38. Th8+ Kg6 39. Txh6+! !

Wie weet hoopte Kortschnoj dat Bronstein deze zet niet zou vinden? Het is in deze stelling trouwens wel de enige zet die wint. Zetten als 39. De8+ of 39. Db6+ leveren ongeveer een gelijke stelling op. We zijn er uiteraard nog niet helemaal. Want nu komt het er op aan om alle mogelijke varianten door te rekenen. Zwart heeft 4 mogelijke reacties:

Variant 1: de toren slaan met de koning. 39. … Kxh6 40. Dh8+ Kg6 (of Kg5) 41. Dh5+ Kf6 en 42. g5+ wint de dame.

Variant 2: de toren slaan met de pion. 39. … gxh6 40. Dg8+ Kf6 41. Df8+ en wint de dame.

Variant 3: weglopen. 39. … Kf7 40. Dc7+ Kg8 41. Dc8+ Df8 (40. De6+ Kf8 en mat 41. Th8#) 42. Th8+ Kxh8 43. Dxf8+-

Variant 4: vlucht naar voren. 39. … Kg5 40. De5+ Kxg4 41. Tg6+ Kh4 en 42. Dg5# of 40. … Kxh6 41. Dh5#. Voor de volledigheid: zwart kan na 40. De5+ uiteraard ook nog de dame er tussen plaatsen. Maar het eindresultaat blijft hetzelfde. Je vindt hier de hele partij…

Losse eindjes?

Waarom laat ik deze vier varianten zou uitgebreid zien? Ik hoop tenminste dat ik alle belangrijke zetten heb genoemd. Nou dat zit zo. Ik los graag combinatiestellingen op. Maar merk te vaak dat ik kleinigheden over het hoofd zie. Trouwens niet altijd kleinigheden. Je moet bewust kijken naar tussenzetjes en andere mogelijke reacties. Dus is het van belang om je eigen aannames grondig te toetsen. Dat gaat alleen maar door de alle mogelijkheden gestructureerd door te nemen. En niet in de laatste plaats: correct visualiseren!

Tip. Let daarbij vooral op schaakjes. Want die zijn nogal dwingend en kunnen de mooiste combinaties om zeep helpen.

Een vraagje: hoe heb je de zetten nagespeeld?

Als je bent zoals ik: waarschijnlijk heb je de zetten gevisualiseerd. Dus zonder er een bord of computer bij te pakken. Zo doe ik het zelf altijd met tactische puzzels. Maar gek genoeg deed ik dat nooit met het lezen van boeken en naspelen van partijen. Dan pakte ik steevast het bord of nog veel vaker de computer er bij.

Het is eigenlijk niet zo handig. Want bij combinatiestellingen heb ik over het algemeen weinig moeite om stellingen ‘in mijn hoofd’ te zien. Maar dat ligt regelmatig anders bij bijvoorbeeld eindspelen of rommelige stellingen. Daar ontbreken vaak de bekende structuren of is het aantal mogelijke zetten groot. Dus is visualisatie een stuk lastiger. Zie bijvoorbeeld onderstaande stelling.

Wit aan zet…

Deze stelling is afkomstig uit het nieuwe eindspelboek van Jacob Aagaard: “A Matter of Endgame Technique” (Quality Chess). De eerste zet voor wit ligt voor de hand: 36. Kc2. Na andere zetten loopt de zwarte c-pion vrijwel ongehinderd door. Er is trouwens ook dan nog wel iets met een minorpromotie (paard op a8) maar ook dan redt wit het vege lijf niet.

Zwart ging verder met 36. … Td2+. Daarop volgde 37. Kb3. Ook die zet is vrijwel gedwongen want naar de onderste rij gaan is zo’n beetje zelfmoord, bijvoorbeeld: 37. Kc1 Pc5 met de matdreiging Pb3 en Tb2#. Ook daar redt de minorpromotie (paard halen met schaak) wit nog eventjes, maar het kaarsje gaat dan spoedig uit. Ook na 37. Kb1 volgt 37. … Pc5.

Zwart maakte een fout na 37. Kb3. Hij deed wat voor de hand ligt in een blitzpartij: schaak geven. 37. … Tb2+ 38. Kxa4 c2 39. a8D? Ta2+ 40. Kb3 c1P+! Die minorpromotie is zo ongeveer het enige wat redding kan brengen voor zwart. Slaan op a8 is hopeloos. Wit slaat de pion op c2 en wint uiteraard met zijn materiële surplus. Na de minorpromotie liggen de zaken toch net een beetje anders.

Wit aan zet…

We krijgen nu een materiaalverhouding op het bord waarbij zwart goede remisekansen heeft. De partij ging verder met 41. Kc4 Txa8 42. f5 Kc6 43. Kd4 Tf8 44. g4. Hier stop ik. De analyse gaat in het boek nog even verder. Je vindt de zetten en verdere analyse via deze link. We gaan nog even terug naar een eerder moment.

Zwart aan zet…

Zwart speelde 37. … Tb2+? en dat bleek een fout. In plaats daarvan had hij zich direct kunnen redden met 37. … c2!! Aagaard geeft deze zet twee uitroeptekens en terecht lijkt me. Een mogelijk vervolg is: 38. a8D en nu niet 38. … c1D want dat verliest na 39. Tb7+ Kc6 40. Dc8+ Kd5 41 Df5+ (niet 41. Dxc1) en dan heeft zwart drie mogelijkheden:

  1. Bijvoorbeeld: 41. … Kc6 42. Db5+ Kd6 43. Dd7+ Kc5 44. Tb5#
  2. Of 41. … Kd6 42. Dd7+ Kc5 42. Tb5#
  3. Of 41. … Kd4 42. De5+ Kd3 en 43. Td7#

Correct is 38. … Pc5+ en wit heeft niet beter dan herhaling van zetten toe te laten, want de c-pion mag natuurlijk niet met schaak promoveren. Dus: 39. Kb2 Pd3+ 40. Kb3 en weer Pc5+.

Op een andere manier schaakboeken lezen

Ik zou nog veel meer voorbeelden kunnen geven. Voor mij zijn pionneneindspelen notoire valkuilen. Heel lastig, ondanks hun schijnbare eenvoud, om te berekenen. Zo zijn er veel meer stellingen die lastig zijn om in je hoofd af te spelen. We komen uit bij het punt dat ik, sorry Jacob Aagaard (in de inleiding van zijn monumentale) boek maakt:

Als het je lukt, adviseer ik je om de varianten door te nemen in je hoofd (en niet op een bord). Dit is goed om je visualisatie te trainen. Want in je hoofd is waar je schaak zich afspeelt. Als je dan toch een bord nodig hebt, adviseer ik je om de varianten eerst in je hoofd door te nemen. Veel sterke spelers zouden er nooit aan denken om een bord te gebruiken wanneer ze een boek lezen. Anderen zouden geen boek lezen zonder een bord er bij. Persoonlijk zit ik een beetje in het midden: dat hangt af van het boek en mijn bui.

Jacob Aagaard

Essentieel is natuurlijk dat een boek voldoende diagrammen bevat. Want ik vrees dat het voor mij onhaalbaar is om hele partijen blind te spelen. Maar sinds ik dit advies kortgeleden las, hang ik ook ergens in het midden. Ik probeer nu eerst de zetten te visualiseren en daarna controleer ik meestal wat ik heb gezien met een bord of computer. Maar ik poog zoveel mogelijk te doen zonder bord. En? Het werkt veel beter dan ik had verwacht. Nu maar hopen dat het ook tot uitdrukking komt in mijn partijen.

Eén voordeel is er alvast: ik lees nu mijn schaakboeken ook op plekken waar ik geen bord bij de hand heb. Wie weet lees ik boeken dan ook vaker uit.

Meer afleveringen in deze serie:


Over het boek: A Matter of Endgame Technique

Jacob Aagaard geeft zelf aan dat het bepaald geen beginnersboek is. Het is ook niet een traditioneel eindspelboek met allerlei standaardtechnieken en technische stellingen. Het is wel een boek met prachtige eindspelen en heel veel nuttige tips en adviezen. Maar daar kom ik later zeker nog op terug als ik wat verder ben met het boek. Want het is bijzonder hard werken en ondanks de uitgebreide analyses en toelichtingen moet je ook het nodige zelf uitzoeken.

Gegevens boek:

A matter of endgame techniqueTitel: A Matter of Endgame Technique (Grandmaster Knowledge)
Auteur: Jacob Aagaard
Aantal bladzijden: 896
Uitgeverij: Quality Chess
Prijs: € 44,99
Gepubliceerd: 2022
Teaser

Geef een reactie