Recensie: Playing the English

Playing the EnglishAls je bent als ik, dan heb je vast de nodige openingsboeken in jouw schaakbibliotheek staan. Maar heb je ze ook gelezen? Ik moet bekennen: bij mij staan ze veelal stof te happen. Bij jou ook?

Waarom zijn deze boeken toch zo populair? Heeft het te maken met een zekere angst dat we de eerste zetten niet goed doorkomen? Of hopen we met een fenomenaal nieuwtje onze tegenstander zo snel mogelijk een hak te kunnen zetten? Geen idee. 

Het probleem met doorsnee openingsboeken is dat ze boordevol varianten staan maar relatief weinig uitleg geven over de achterliggende principes. De gemiddelde schaker kijkt met enige verbijstering naar deze imponerende varianten brei en slaat zo’n boek dicht met “daar kijk ik later wel naar!” Helaas komt er vaak geen later.

Wellicht vraag je jezelf na mijn gejammer af: “Maar Michel waarom recenseer je dan toch een openingsboek?” Goede vraag! Omdat dit boek toch écht iets anders is dan vele anderen. Hoe zit dat?

Lees meer »

Noach’s openingsvalstrik

Eigenlijk heb ik geen idee hoe deze valstrik aan zijn naam* komt. Ook wikipedia geeft hierover geen uitsluitsel. Deze valstrik is vooral bekend van het Spaans. Maar dat is zeker niet de enige opening waarin dit mechanisme voorkomt. Lees en huiver!

Het draait in dit geval om lopers die zich iets te enthousiast in het spel begeven en op een gegeven moment ingesloten raken. Laten wij maar eens kijken hoe dat in zijn werk gaat.

Lees meer »

Valstrikken in de opening (2): het Englund gambiet

Het Englundgambiet is het lelijke broertje van het Boedapestgambiet. Zwart speelt meteen 1. – e5 als antwoord op 1. d4. En niet zoals bij het Boedapestgambiet pas na 1. d4 Pf6 2. c4 e5. Het Englundgambiet is een tikkeltje dubieus.

Het Boedapestgambiet daarentegen 1. d4 Pf6 2. c4 e5 is een stuk lastiger voor wit. Maar ook het Englundgambiet is niet helemaal zonder gif. Wit moet nauwkeurig spelen om goed uit de opening te komen. Past hij niet op? Dan draait het uit op een vreselijke mislukking! (verder lezen…)

Lees meer »

Valstrikken in de opening (1)

Nu het gewone schaakleven helemaal stil ligt, verplaatsen de activiteiten zich naar de virtuele wereld. Sinds kort geef ik online schaakles aan een groepje enthousiaste en talentvolle jeugdschakers. Afgelopen week was het onderwerp: rampen in de opening.

Gelukkig zijn er prima databases beschikbaar en is het makkelijk om te zoeken op korte partijen. Want je kunt op je klompen aanvoelen dat er dan in de opening iets vreselijk is misgegaan. Je kunt onderscheid maken naar twee categorieën:

  1. Een speler maakt een blunder zonder dat deze is uitgelokt door zijn of haar tegenstander.
  2. Een speler gaat in de fout omdat zijn tegenstander hem of haar daartoe heeft verleid.

In deze blog concentreer ik me op de tweede categorie. En daar is heel wat te beleven! Verder lezen…

Lees meer »

Recensie: Begrijp wat je doet: deel 2 – Damegambiet structuren

Boeken over schaakopeningen zijn vreselijk populair. Je kunt jezelf afvragen waarom. Hebben wij soms de heimelijke wens om onze tegenstanders al in een vroeg stadium te slim af zijn? Of is het vanwege de angst om al na een zet of tien tegen een ruïne aan te moeten kijken? Leidt zo’n openingsboek werkelijk tot meer begrip en betere resultaten?

In dit verband moet ik je iets bekennen. In de loop der tijd heb ik heel wat boeken van mijn favoriete openingen verzameld. Maar écht gelezen heb ik ze niet. Nu kan ik met een zelfgenoegzame glimlach beweren dat ik ze als naslagwerk gebruik. Maar zelfs dat is een schromelijke overdrijving. Ze staan grotendeels stof te happen in mijn boekenkast.

Variantendoolhof

Het probleem dat ik met de meeste openingsboeken heb is dat ze de lezer overstelpen met metersdikke variantenbomen. En alsof dat niet genoeg is, ook nog eens subsubvariantenbomen van subvariantenbomen. De lezer ziet al gauw door de bomen het bos niet meer. Al die varianten nodigen niet uit tot even lekker lezen of naspelen. Op deze manier schaakopeningen bestuderen voelt als het uit je hoofd leren van een woordenboek. Lees meer »

Blijf met je tengels van mijn pion af!

Ik moet je wat bekennen. Ik ben nogal behoudend ingesteld. En vind het dus heel vervelend wanneer iemand mij al direct in de opening een pion ontfutseld. Gambieten zijn niet zo mijn stijl. Stel dat wij elkaar ooit op de 64 velden ontmoeten, dan is de kans minimaal dat ik je binnen tien zetten een pion cadeau geef. Tenzij ik blunder natuurlijk.

Toch kom ik er met mijn openingsrepertoire niet helemaal onderuit. Ik speel namelijk Catalaans. Dat is een oersolide opening. Over het algemeen mag wit daarbij, met goed spel van beide zijden, op een klein plusje rekenen.

Hoewel het een uitermate complexe opening is, met talloze varianten, gaat het er meestal niet heel erg heftig aan toe. De strijd brandt echter wel in volle heftigheid los wanneer zwart de pion op c4 van het bord hakt en probeert dit kleinood te behouden. Bijvoorbeeld: …..?Lees meer »

Een elegant slotakkoord

Wanneer jouw tegenstander het Londense systeem tegen je speelt, moet je goed weten hoe je dit aanpakt. Want als je het even verkeerd doet, is de kans groot dat wit korte metten met je maakt. Dit is een typerend voorbeeld.

Kenmerkend voor het Londense systeem zijn de zetten 1. d4 2. Pf3 en 3. Lf4. Wit kiest er voor om de c-pion nog even rustig te laten staan. Deze gaat meestal pas later naar c3. Je krijgt dan een soort van Slavische structuur. Maar dan met wit in plaats van zwart.

De witte loper gaat vervolgens naar d3 en kijkt al heel verleidelijk naar pion h7. Het paard verhuist van b1 naar d2 en staat klaar om zijn collega op f3 te hulp te schieten zodra deze zich in het strijdgewoel begeeft.

Het Londense systeem is uitermate solide. Een ander voordeel is dat wit weinig theorie hoeft te kennen. Hij kan dit systeem tegen diverse zwarte antwoorden op 1. d4 spelen. Bovendien zit er het nodige venijn in deze opstelling. Dat blijkt weer eens uit de partij in de diagramstelling.

Je kunt deze partij in z’n geheel naspelen. Op die manier zie je hoe wit zijn aanval opbouwt. Let er vooral even op dat zwart niet de beste verdediging heeft gekozen. Hij verzuimde de diagonaal van de witte loper op c2 te verstoppen.

In de slotstelling is het helemaal afgelopen. Zie jij hoe wit de partij binnen enkele zetten, op elegante wijze, beslist? Klik op deze link en je vindt de hele partij met de oplossing…

 

Hoe komt het Hollands aan haar naam?

Als je op zoek gaat naar de naamgeving van schaakopeningen kom je de ene keer verrassend veel informatie tegen en de andere keer bitter weinig. Hoe kwam het Frans bijvoorbeeld aan haar naam?

Het schijnt dat de Franse verdediging haar naam kreeg na een correspondentiepartij in 1834 tussen Londen en Parijs. Meer heb ik, via mijn online zoektocht, niet kunnen achterhalen. Over het Hollands weten wij gelukkig ietsje meer.

Je zou kunnen beweren dat er ten aanzien van het Hollands ook een Franse connectie is. Ene Elias Stein vond 1. – f5 de beste verdediging tegen 1. d4. Hij schreef hierover in 1789 een boek met de titel ‘Nouvel essai sur le jeu des échecs, avec des réflexions militaires relatives à ce jeu’. Dat klinkt behoorlijk Frans. Dat is niet zo gek als je weet wie Elias Stein was. (verder lezen)Lees meer »

Hoe schaakopeningen aan hun naam komen: Semi Slavische opening

alexander-aljechinMensen die niets van schaken afweten zullen zich ongetwijfeld verbazen over de vreemde namen die schakers aan hun openingen geven. Wij, als ingewijden, zijn er natuurlijk aan gewend. Maar weten wij ook waar die namen vandaan komen?

Hoe het Damegambiet aan haar naam komt, is nog wel te vatten. Alhoewel? Dan moet je wel weten dat het woord ‘gambiet’ staat voor een opening waarin een van beide partijen een pion offert. Maar als je dat weet, klinkt damegambiet wel logisch. Evenals koningsgambiet.

Overigens is het damegambiet veelal niet een echt gambiet omdat zwart de pion over het algemeen rustig laat staan. Maar hoe zit het met de Slavische opening? (verder lezen)Lees meer »

Rare openingszetten

Maak jij dat ook wel eens mee? Je bent aardig op de hoogte van de theorie van je favoriete opening en dan gooit je tegenstander roet in het eten met een rare zet die je nergens in de boekjes terugvindt. Dat is even slikken, want nu moet je zelf iets bedenken.

Het overkwam me eerder dit jaar. Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: achter het bord kwam ik er niet goed uit (eufemisme voor: ik zat flink te prutsen). Mijn tegenstander speelde in het Catalaans 3. – Ld7 (zie diagram).

Deze zet lijkt op het eerste gezicht belachelijk. De loper staat de andere stukken lelijk in de weg. Toch zit er wel een idee achter. In het Catalaans en natuurlijk ook in het damegambiet heeft zwart vaak problemen met de ontwikkeling van zijn dameloper. Waar moet die naar toe? (verder lezen)Lees meer »