Slopen van de vijandelijke koningsstelling (5)

Botwinnik-Keres (Moskou 1952)

Via Facebook kwam ik een leuke partij tegen waarin de zwartspeler zijn loper op h2 offert. Deze partij was goed voor de schoonheidsprijs van de 2e KNSB-ronde. Naast een fraai stukoffer vind je ook nog enkele nuttige opmerkingen over de opening.  

Je zou denken dat de ruilvariant van het damegambiet wel helemaal uitgekauwd is. Maar dat valt gelukkig mee. Spelers als Botwinnik en later Kasparov hadden veel succes met de opzet waarin wit e4 doorzet. Een mooi voorbeeld is de partij tussen Botwinnik en Keres uit 1952. Hier en in talloze andere partijen gaat de zwarte loper naar e7.

Tegenwoordig is een wat andere opzet voor zwart in zwang gekomen. Zwart speelt de loper naar een actiever veld: d6. Vroeger was deze zet zeldzaam omdat er twee duidelijke nadelen zijn.

Ten eerste: wit heeft de bedoeling om de e-pion naar e4 en eventueel e5 door te schuiven. Als dat lukt kost het zwart een stuk vanwege het pionvorkje. Het tweede nadeel is de penning van het paard op f6. Luis Rodi behandelt de zwarte opzet uitgebreid in Yearbook 130 van New In Chess in het artikel ‘Why not 6…Bd6 in the Carslbad”. Ja, waarom ook niet? Verder lezen…

Giftig zetje

van Herck-Hekhuis, november 2019

Waarom wel? Er zit het nodige venijn achter dit loperzetje. Dat ondervond Marcel van Herck in zijn partij tegen Jeroen Haarhuis (2e ronde KNSB). Jeroen won er de schoonheidsprijs van deze ronde mee.

Zie het diagram. Wit speelde hier, wellicht op de automatische piloot, 9. 0-0?? Dat kan prima in de variant waarin de loper op e7 staat. Maar hier is er een probleempje. De loper op g5 staat ongedekt en dus kan zwart 9. – Lxh2+ spelen.

Wit heeft dan geen keus en moet het offer aannemen 10. Kxh2. Daarna volgt 10. – Pg4+. Daarmee is de zaak echter nog lang niet beklonken. Want wit heeft na 11. Kg3 Dxg5 12. f4.  Nu is het écht een stukoffer. Je vindt de hele partij in de viewer.   Overigens had wit alle ellende kunnen voorkomen door eerst 9. Dc2 te spelen (in plaats van 9. 0-0). Het is de gebruikelijke zet in deze stelling en na 9. – h6 (er dreigde Lxh7+) 10. Lf4 is er geen vuiltje meer aan de lucht.

Ik blijf met een prangende vraag zitten. De grap is dat de zetten tot 14. f5? al een keer eerder waren gespeeld. Niet één keer, maar twee keer! Saillant detail: beide partijen zijn van spelers met ruwweg vergelijkbare speelsterkte. Dat roept bij mij de vraag op: wist Hekhuis hiervan? Nou ja, het doet er waarschijnlijk ook niet toe. Het blijft een mooie partij.

Het kan nauwkeuriger

Analysediagram

In het artikel van Rodi beveelt de auteur overigens een andere, en nauwkeurigere zetvolgorde voor zwart aan. Het is namelijk beter om nog even te wachten met Pb8-d7. En eerst de toren naar e8 te spelen. Naast het feit dat zwart direct maatregelen neemt tegen e4 zijn er nog twee voordelen. Zwart ruimt een plekje op f8 in voor een stuk en de diagonaal van de loper op c8 blijft langer open.

Als wit dan in een vergelijkbare situatie onnadenkend rokeert is het meteen helemaal uit na het loperoffer op h2 omdat het paard op g4 dan wel gedekt staat en de zwarte toren al op e8. Overigens speelt wit, zoals eerder aangegeven, in plaats van de rokade simpel Dc2. Zie de partij tussen Gajewski en Nabaty in de viewer. Daarin vindt je dan ook de dodelijke variant na de korte rokade van wit.

Alle afleveringen uit deze serie:

Geef een reactie