
Via Facebook kwam ik een leuke partij tegen waarin de zwartspeler zijn loper op h2 offert. Deze partij was goed voor de schoonheidsprijs van de 2e KNSB-ronde. Naast een fraai stukoffer vind je ook nog enkele nuttige opmerkingen over de opening.
Je zou denken dat de ruilvariant van het damegambiet wel helemaal uitgekauwd is. Maar dat valt gelukkig mee. Spelers als Botwinnik en later Kasparov hadden veel succes met de opzet waarin wit e4 doorzet. Een mooi voorbeeld is de partij tussen Botwinnik en Keres uit 1952. Hier en in talloze andere partijen gaat de zwarte loper naar e7.
Tegenwoordig is een wat andere opzet voor zwart in zwang gekomen. Zwart speelt de loper naar een actiever veld: d6. Vroeger was deze zet zeldzaam omdat er twee duidelijke nadelen zijn.
Ten eerste: wit heeft de bedoeling om de e-pion naar e4 en eventueel e5 door te schuiven. Als dat lukt kost het zwart een stuk vanwege het pionvorkje. Het tweede nadeel is de penning van het paard op f6. Luis Rodi behandelt de zwarte opzet uitgebreid in Yearbook 130 van New In Chess in het artikel ‘Why not 6…Bd6 in the Carslbad”. Ja, waarom ook niet? Verder lezen…