Ik moet je wat bekennen. Ik ben nogal behoudend ingesteld. En vind het dus heel vervelend wanneer iemand mij al direct in de opening een pion ontfutseld. Gambieten zijn niet zo mijn stijl. Stel dat wij elkaar ooit op de 64 velden ontmoeten, dan is de kans minimaal dat ik je binnen tien zetten een pion cadeau geef. Tenzij ik blunder natuurlijk.
Toch kom ik er met mijn openingsrepertoire niet helemaal onderuit. Ik speel namelijk Catalaans. Dat is een oersolide opening. Over het algemeen mag wit daarbij, met goed spel van beide zijden, op een klein plusje rekenen.
Hoewel het een uitermate complexe opening is, met talloze varianten, gaat het er meestal niet heel erg heftig aan toe. De strijd brandt echter wel in volle heftigheid los wanneer zwart de pion op c4 van het bord hakt en probeert dit kleinood te behouden. Bijvoorbeeld: …..?
1. d4 d5
2. c4 e6
3. Pf3 Pf6
4. g3 dxc4
5. Lg2 a6 meteen b5 is ook mogelijk.
Daar heb je het gedonder al! Natuurlijk kan wit op ‘veilig’ spelen en met 4. Da4+ de pion meteen terughalen in plaats van Lg2, maar dat is niet genoeg om met voordeel uit de opening te komen. Als wit meer uit de opening wil halen, dan moet hij moedig zijn en gewoon rocheren.
6. 0-0 b5?! Vanaf hier gaan vrijwel alle partijen verder met 7. Pe5 Pd5 8. a4 of 8. e4 zie bijvoorbeeld Mads Anderson-Loe van Wely (2017). In plaats van 6. b5 heeft zwart ook een andere mogelijkheid, denk bijvoorbeeld aan 6. Pc6 of 6. Ta7. Met die laatste zet heft zwart de mogelijke penning van pion b7 op. Waar het mij om gaat is b5. Zwart gaat aan de pion hangen. Als hij dat doet, slaan bij mij de zenuwen toe. Want de vraag ‘hoe krijg ik mijn bezit terug?’ gaat mijn denken overheersen.
Dat is uiteraard de verkeerde vraag. Verkeerde vragen lokken verkeerde antwoorden uit. Enkele jaren geleden speelde ik deze partij in de Zweedse competitie. Daarin ging ik al snel in de fout en zag mijn kostbare pion niet meer terug. Het liep, zoals je nu wel verwacht, dus helemaal verkeerd af. Het lukte mij niet om het initiatief te pakken omdat ik mijn stukken op de verkeerde plek plaatste en bovendien verzuimde om tijdig b3 te spelen.
Wat moet wit dan wel doen?
Daarvoor moet je dus niet bij mij wezen. Je kunt het beter aan meneer Kramnik vragen. Die pakte het heel anders aan in zijn partij tegen Giri (Doha 2014). De opening is niet helemaal hetzelfde. De partij begint als een semi Slaaf. Het belangrijkste verschil is dat het witte paard van b1 al meteen naar c3 gaat. De structuren zijn identiek. Het verschil in aanpak is echter hemelsbreed. Big Vlad hield constant druk op de zwarte stelling en uiteindelijk ging onze landgenoot kopje onder. Je vindt dit fraaie voorbeeld van hoe je dit type stelling moet behandelen hier…
PS. Kramnik analyseerde deze partij uitgebreid in New In Chess magazine 2015/1. Uiteraard heb ik niet al zijn commentaar overgenomen.