Een van de bekendste manieren om de vijandelijke koning een kopje kleiner te maken is het loperoffer op h2 of h7. In het Engelse taalgebied spreekt men in dit verband over ‘the Greek gift’.
Kennelijk zit er bij die Griekse cadeautjes een addertje onder het gras. Het is niet geheel duidelijk waar deze term precies vandaan komt, maar waarschijnlijk heeft het iets te maken met het paard van Troje. Het bekende verhaal uit de Griekse mythologie.
De Grieken belegerden de stad Troje (Turkije). Dat had nogal wat voeten in de aarde totdat de Grieken een list bedachten. Het lukte uiteindelijk de stad binnen te dringen doordat soldaten zich verstopten in een reusachtig houten paard, dat door de nietsvermoedende inwoners van Troje binnen de stadsmuren werd gehaald. Daarna was het pleit snel beslecht.
Wikipedia zegt in dit verband: “Bij uitbreiding staat het voor een gewenste zaak die ergens wordt binnengehaald, maar waarin een ongewenste lading is verborgen. De ontvangers bewerkstelligen argeloos hun eigen ondergang.” Wij Nederlanders hebben natuurlijk ons eigen paard van Troje: het turfschip van Breda.
Hoe zet je een aanval op?
De stappenmethode vertelt hierover:
- Stukken erbij
- Toegang maken
- Verdedigers uitschakelen
- Mat zetten
Het spreekt voor zich dat een aanval alleen kans van slagen heeft indien de aanvallende partij op het deel van het bord waarop hij wil aanvallen een zeker overwicht heeft. Het draait om meer (actieve) stukken inzetten. Die moet je dus naar het strijdtoneel leiden.
Ik heb wel partijen gezien waarin één van de spelers een overwicht heeft en dan slechts met enkele stukken ten aanval trekt. Ze laten dan de rest van het leger werkeloos toekijken. Als het de tegenstander dan lukt om de aanvallende stukken te ruilen, dan verdwijnt de energie uit zo’n aanval als de bekende sneeuw voor de zon. Het draait er om je tegenstander geen kans te geven om een goede verdediging te organiseren.
Kortom: telkens nieuwe dreigingen creëren en het initiatief vasthouden.
Vervolgens kun je kijken of het mogelijk is een bres in de vijandelijke linies te slaan. Loperoffers op h7 en h2 zijn hiervan tot de verbeelding sprekende voorbeelden. Daar ga ik me de komende tijd dan ook mee bezighouden. (verder lezen)
De basis

In stelling 1 (bron Stap 5) zijn alle belangrijke ingrediënten voor een succesvolle koningsaanval aanwezig. Wit heeft meer ruimte. De vooruitgeschoven pion op e5 beperkt de zwarte mogelijkheden. De beide lopers staan op de zwarte koningsstelling gericht. Het witte paard op f3 staat in de startblokken om naar g5 te springen en dan komt de dame ook in het spel. In feite heeft zwart slechts één verdediger bij zijn koning. Maar of die loper op f8 veel nut heeft?
Wit kan hier met een gerust hart zijn loper op h7 offeren: 1. Lc2xh7+. Zwart heeft dan twee keuzes:
- de loper nemen
- of het cadeautje afslaan en Kh8 spelen.
Dat laatste is geen aantrekkelijk idee. Hij verliest dan op z’n minst een pion zonder dat er enige compensatie tegenover staat. Nemen dus! 1. – Kg8xh7. Wit moet maar bewijzen dat zijn offer correct is. De volgende zet ligt voor de hand (stukken erbij). 2. Pf3-g5+.
Merk op dat de volgorde dus net even wat anders kan zijn dan hierboven in de opsomming aangegeven. Daarom staan er bewust ook geen nummertjes voor. Die zouden kunnen suggereren dat je perse in deze volgorde moet zetten. En dat is dus niet altijd het geval. Je moet na zo’n offer uiteraard wel razendsnel je stukken erbij halen.
De actieve- en passieve verdediging
Zwart heeft nu twee mogelijkheden. Hij kan terugkeren naar een van de velden op de achterste rij (g8 of h8) of naar voren vluchten. In het algemeen is bij de vlucht naar achteren de kans op overleven minder groot dan bij de vlucht naar voren. Dit is een beetje paradoxaal omdat met je koning het open veld ingaan nogal griezelig lijkt. Maar uit enkele voorbeelden in volgende afleveringen blijkt dat de vlucht naar voren meestal de beste overlevingskansen biedt.
Als zwart voor de passieve verdediging kiest met 2. – Kh7-g8, volgt vrijwel automatisch 3. Dd1-h5. Hierna zijn de rapen gaar. Op 2. – Kh7-g8 volgt natuurlijk 3. Dd1-h5+ en mat op de volgende zet. Zie verder de analyse voor het verdere verloop.

De actieve verdediging (Kh6 of Kg6) is vaak wat gecompliceerder. Eigenlijk is er hiervoor slechts één alternatief en dat is 2. – Kh7-g6. De koning naar h6 spelen is zelfmoord omdat wit dan eenvoudig met een aftrekschaakje de zwart dame van het bord plukt (Pxe6+ of Pxf7+).
Maar hoe gaat het verder na 2. – Kh7-g6? Een van de standaardzetten is 3. Dd1-g4, maar in deze stelling werkt 3. Dd1-d3+ ook prima. Ik heb beide mogelijkheden in de analyse opgenomen.
Nog enkele opmerkingen:
- Veelal probeert zwart ruimte voor zijn koning te maken met een zet zoals f5.
- In dat geval is de pion op e5 bijzonder hinderlijk voor de verdedigende partij.
In de komende afleveringen komt dit thema (en ook zonder vooruitgeschoven e-pion) nog diverse keren terug. Ook zal blijken dat het Griekse cadeautje soms ook écht een cadeau is omdat de aanval stuk loopt.