Goed of fout?

Stelling na 17. … hxg5

In de partij tussen Boris Spassky (wit) tegen Mihail Schofman (Leningrad 1962) speelde zwart 17. … Pcxe5. Vraag: is dit correct of niet?


Het verwachtte antwoord is: fout! Want Spassky was toen al een zeer sterke schaker. Hij veroverde in 1969 de hoogste titel in de schaakwereld. Zulke sterke spelers maken over het algemeen weinig tactische fouten. De vraag is dus eerder: waarom is 17. … Pcxe5 fout? Want na 18. Pxe5 Pxe5 19. dxe5 d4 zit wit in een vervelende penning. Toch?

Die penning zou inderdaad bijzonder vervelend zijn, ware het niet dat wit beschikt over een fraaie tegenzet. Zie onderstaand diagram.

Stelling na 19. … d4

Dit was een opgave in “The Woodpecker Method” van Axel Smith en Hans Tikkanen. Trouwens een erg leuk boek vol met tactische opgaven. Dit is opgave 123. Deze opgave staat in het rijtje ‘gemakkelijke oefeningen’. Inderdaad is het antwoord niet lastig te vinden. Wit speelde 20. La6!

Het is duidelijk dat zwart na 20. La6 niet meer of f3 kan nemen. Maar ook 20. … Lxa6 is niet mogelijk vanwege 21. Da8#. Men noemt dit een kruispenning. Je vindt meer fraaie voorbeelden in een rubriek van Harold van Heijden op schaaksite. Zo bekeken is het inderdaad een tamelijk eenvoudige opgave.

Maar het was al een stuk lastiger om deze zet te voorzien voordat zwart 17. … Pcxe5 speelde. Wellicht had de zwartspeler deze tactiek al op het oog toen hij 16. … Pg6? speelde. Daar was 16. … g4 een stuk beter geweest (zie de analyse in de viewer onder dit artikel). Ik kan me dan goed voorstellen dat je zoiets over het hoofd ziet. Zwart heeft nu niets anders dan:

20. … c6. Er volgde 21. Lxb7+ Kxb7 22. Txh6 dxc3 23. Lf4 Txh6 24. gxh6 Tg8. Dit zijn van die situaties waarin je als witspeler nog eventjes moet oppassen. Je zou in de euforie makkelijk in de fout kunnen gaan. Er dreigt uiteraard 25. … Tg1+. Dat is echter geen probleem. Wit speelde rustig 25. Kf1 en zwart reageerde met 25. … Dd4. Hoe gaat wit nu verder?

Stelling na 25. … Dd4

Spassky speelde hier 26. Lg3. Dat is een prima zet en wel zo voorzichtig met het oog op de mogelijkheid van 26. … Dc4+. Maar het was zeker niet de enige mogelijkheid. Wit heeft alternatieven met 26. Td1 en een hele leuke zet: 26. a5! Hoe gaat het dan verder?

Analysestelling na 26. a5

Geen echte dreiging

Het blijkt dat 26. … Dc4+ gevolgd door 27. … Dxf4 helemaal geen dreiging is. Bijvoorbeeld: 26. a5 Dc4+ 27. Dd3 Dxf4 28. Dd7+ Kb8 (28. … Ka8 leidt tot hetzelfde slot). 29. Dxc6+ Kb8 30. axb6 en mat is niet meer te vermijden.

Zwart kan dus niet op f4 slaan. Hij kan het nog proberen met:

27. … Dxd3+ 28. cxd3 b5 29. e6 Th8 30. e7 c2 31. Tc1 b4 (31. … Te8 h7). 32. Le5 Wel zo sterk: maximaliseer je stukken! Uiteraard was Txc2 ook goed.

32. … Te8 33. h7 Kc8. Uiteraard blijkt na 33. … b3 waarom de loper zo goed op e5 staat, Daar ondersteund de loper de opmars van de h-pion en stopt tegelijkertijd de mogelijkheid b3-b2.

De rest is eenvoudig: 34. h8D Txh8 35. Lxh8.

De partij ging verder met 26. … Dc4+ 27. Dd3 (Kg1 of Kg2 was zelfs nog ietsje sterker). 27. … De6. 28. a5 Dxh6 29. a6+ Kc8 30. Dxf5+ en zwart gaf op.

2 gedachtes over “Goed of fout?

Geef een reactie