Schaakpuzzel 36

Deze stelling kwam voor in een partij tussen Lev Polugaevsky en Lex Jongsma (Amsterdam IBM 1970).

Lex was vooral bekend om zijn levendige commentaar bij schaaktoernooien, zijn schaakrubriek in De Telegraaf en talloze boeken.


Alexander Kornelis Pieter (Lex) Jongsma (Stadskanaal, 1 juni 1938 – Haarlem, 3 december 2013) was in zijn jeugd een talentvolle schaker. Lex werd in 1957 kampioen van Nederland bij de jeugd. Hiermee kwalificeerde hij zich voor het jeugdwereldkampioenschap. Hij werd derde in dat toernooi. Zoiets is natuurlijk een prestatie van formaat.

Lex koos voor een maatschappelijke carrière en bereikte mede daardoor nooit grote hoogten in ons mooie spel. Hij had wel een meestertitel, maar dan in de rechten. Niet iedereen was gecharmeerd van zijn commentaren bij schaaktoernooien. Hij zat er wel eens naast. Maar dat maakte hij ruimschoots goed door zijn onderhoudende en humorvolle presentatiestijl. Commentaar leveren bij partijen is een kunst die maar weinigen goed verstaan. Hij stak er wat mij betreft met kop en schouders boven uit. Het draait tenslotte vooral om je publiek een fijne middag te bezorgen.

Terug naar de stelling. Lex speelde hier met zwart tegen Lev Polugaevsky. Polugaevsky behoorde jarenlang tot de wereldtop. Het is dus bepaald geen schande als je tegen zo’n grootheid aan het kortste eind trekt. Hoe won wit?

Geef een reactie