Onlangs zag ik op Twitter een discussie over de oude meesters. Kern van het gesprek was: waren die oude meesters werkelijk zo goed? Hoe zouden ze het er van af brengen tegen de hedendaagse schakers? Het is een interessante vraag. We zullen het antwoord nooit weten. Maar het laat zich wel enigszins raden…?
Ik vrees dat zeer sterke schakers, zoals bijvoorbeeld Mikhail Botwinnik grote moeite zouden hebben met een gemiddelde grootmeester van deze tijd. Daarmee wil ik helemaal niet zeggen dat het prutsers waren. Natuurlijk niet! Maar wel dat het schaken zich verder heeft ontwikkeld. En ook dat moderne schakers profiteren van de kennis die deze reuzen in het verleden aan ons mooie spel hebben toegevoegd.
Een gemiddelde clubschaker van tegenwoordig heeft meer (oefen)materiaal tot zijn beschikking dan zeg de wereldtop een jaar of dertig geleden. Die clubschakers hoeven het wiel ook niet telkens opnieuw uit te vinden, zoals deze sterke spelers destijds wel moesten doen. Ook de computer kan een uitstekende hulp zijn. Die helpt bijvoorbeeld bij het analyseren van partijen en je kunt stellingen tegen de computer oefenen en uitspelen. Allemaal zaken die de oude meesters niet hadden.
Toegegeven: slechts een partij kan natuurlijk nooit als bewijs dienen. Maar het idee ligt denk ik wel voor de hand. Je ziet dergelijke ontwikkelingen in alle takken van sport. De huidige sporters overtreffen de vorige generaties doordat ze beter kunnen trainen en leren van hun voorgangers. Je leest er veel meer over in ‘Peak’ van Anders Ericsson.
Tip. Lees ook: Wie was de beste schaker aller tijden?
Terug naar de stelling.
Wat is volgens jou de beste zet. Je kan deze en volgende vragen ook via de viewer beantwoorden. Zie onderaan het artikel of klik op deze link.
Wit speelde hier 12. Pxe4? Dat is fout. Overigens was er een andere speler die jaren later dezelfde fout maakte, maar deze keer met een andere afloop. Daarover straks meer. Sterker was om het paard gewoon te laten staan op e4 en bijvoorbeeld 12. Db3 of 12. Da4 te spelen. Ook 12. Dc2 is een alternatief. Bijvoorbeeld: 12. Db3 c6 13. h3 Pdf6 14. Tfd1 Tfd8 en wit staat wat beter.
In de partij volgde 12. … dxe4 13. Txc7 Lc8 14. Lb5. Zie de stelling hieronder. Hoe gaat zwart verder?
Zwart ging hier in de fout met 14. … exf3? Beter is 14. … Dd8. Er hangen dan twee stukken: de toren op c7 en de loper op f3. Wit moet dan eieren voor zijn geld kiezen en slaan op c8. Een vervolg kan dan zijn: 15. Txc8 Txc8 16. Pd2 Pf6 en zwart staat beter.
Zwart speelde hier 15. … Dd6? Het is de beslissende fout. Het was nog niet te laat voor: 15. … Tb8 16. Tfc1 Dd6 17. Txa7 Pf6 met ongeveer gelijke kansen.
Dat klusje kon je natuurlijk wel aan Botwinnik overlaten. Hij speelde hier 16. Dc6! De partij ging verder met 16. … Db4. De minste beroerde van de twee opties. Slaan op c6 heeft geen zin: 16. … Dxc6 17. Lxc6 Tb8 18. Lxd7 Lxd7 19 Txd7 en wit staat gewonnen.
18. Dxf8+ Pxf8 19. Lxa6 h5 20. Txa7 Dxb2 en hier had zwart het best op kunnen geven. Maar hij speelde nog een paar zetten door. Je kunt ze in de viewer naspelen.
De geschiedenis herhaalt zich (gedeeltelijk)
Hier had ik het bij kunnen laten. Maar die database is zo’n leuk ding. Toch nog even gekeken of deze variant vaker op het bord is verschenen. Ja hoor! In 2005 tussen ene Radnai en Csatlos. Het zijn geen hoogvliegers, maar ze maakten er wel een vermakelijk potje van. Onderstaande stelling ontstond na de 17e zet van wit. Hij speelde 17. e4? Waarom is dat fout?
Het lijkt een logische zet. Wit heeft een mooi centrum. Dus wat wil je nog meer? Nou, graag je toren heelhuids terugtrekken! Zwart speelde hier: 17. … Pc5! De partij kreeg een (w)aardig slot met: 18. Txc8 Txc8 19. dxc5 Dg5 20. Tc3 Txc5 21. Lc6 en Dc1+! Je kunt hier de hele partij naspelen in de viewer…
“In het algemeen is het niet gewenst, dat men zijn eigen partijen annoteert (Tarrasch!). Bij een man, die uitmunt door bescheidenheid en die het in zelfkritiek ver gebracht heeft, is het misschien een voordeel, dat hij zijn eigen partijen van commentaar voorziet”, aldus in 1949 de Botwinnik-vertaler Mr. G.C.A. Oskam.
De 15-jarige Botwinnik had de achteruitzet 13… Lc8 niet zien aankomen, volgens zijn eigen partijenbundel uit 1938 staat Zwart ook zonder de rekenfout 12.Pxe4? goed, omdat f7-f5 niet te verhinderen was, pas later vindt hij de enige goede tegenzet 17.Dd3! met pluspion tegen 12.Lb1 f5 13.Pxe4 fxe4 14.Txc7 exf3 15.Txb7 Dg516.g3 Dg4. Na betere zetten tegen 12.Lb1 (Capablanca’s 12.Lxe4 dxe4 13.Pd2 is zeker niet sterker) zoals 12… c5, 12… c6 of 12… Tfc8 is de witte stelling speelbaar, maar meer ook niet. Microscopisch voordeel bieden 12.Da4 en de nummer één van de online engine van ChessBase 12.b4 (12… Dxb4 is dan een minder goed antwoord omdat nu 13.Pxe4 wél gaat) waarmee ik merkwaardigerwijze geen enkele partij heb kunnen vinden.
Botwinnik gaf nog in 1938 correct de achteruitzet 14… Dd8 met voordeel, zijn latere voorstel 14… Dd6 is gezien de toelichtende zijvariant 15.Tc6 Dd5 geen drukfout en blijkt na 15.Dc2! exf3 16.Dc6! een ‘verschlimmbesserung’. Curieus, verder dezelfde stelling als in de partij ontstaat, maar vanwege de zwarte extra-pion op f3 minder dik gewonnen voor Wit dan zonder!
Dat iemand zijn eigen partijen niet zou moeten annoteren is natuurlijk klinkklare onzin. Je kan heel veel leren van een goede analyse. Daarover schreef ik al eens eerder. Maar Tarrasch had het wel op meer punten bij het verkeerde eind (naast uiteraard ook heel veel goede ideeën).
Een beetje vreemd dat Botwinnik 13. … Lc8 niet heeft zien aankomen. Want het is de enige zet om in de partij te blijven. Andere zetten (13. … exf3 of 13. … Tab8 of 13. … Ld5) leveren zwart niets op. Nou ja een duidelijk slechtere stelling.
Na bijvoorbeeld 12. Db3 (ipv het gespeelde 12. Pxe4?) heeft zwart geen f7-f5.
Op 12. Lb1 heeft zwart het thematische 12. … c7-c5. Dat Botwinnik 12. … f7-f5 geeft verbaast me een beetje. Het is gewoon een slechte zet. Wit kan zich prima verdedigen na 16. … Dg4.bijvoorbeeld 17. Dd3 Dh3 18. Dxh7+ of 17. … g6 18. Tc1 en wit heeft Df1 tegen de matdreiging. Ik heb wat varianten toegevoegd en die kan je naspelen in de viewer.
Een misvatting waar Botwinnik niet later op terugkomt is 15… Tb8 16.Dc6 Td8 17.Txa7, alleen de bewoordingen “drie pionnen voor het stuk, en sterken druk” zijn later vervangen door simpelweg “voordeel”. 16.Dc6 is niet het beste wegens 16… Db4.