Schaakpuzzel 64: gemiste kans

Wat is de beste zet voor wit?

Deze stelling ontstond in de partij Short-Kasparov (Amsterdam, 1996). Short speelde hier 27. Tb1. Welke kans, voor open doel, miste hij daarmee?

Ik vond deze stelling op de interessante DVD van Karsten Müller: Het model van de vier spelers typen. Kasparov was natuurlijk een dynamische speler. Karsten noemt hem een ‘activist’. Elk type speler heeft zijn sterktes en zijn zwaktes. Hier kwam een zwakte van Kasparov de activist naar voren:

  • minder sterk in passief te moeten verdedigen.

Kasparov speelde 26. … Le7. Het is een fout. Hij had er beter aan gedaan om schade te beperken met 26. … h4.

Maar in de diagramstelling was het vervolgens de beurt van Short om een fout te maken met 27. Tb1? Daarna verzandde de partij in remise.

Hij zag een prachtige kans over het hoofd. Het probleem voor zwart is dat zijn koningsstelling flink is verzwakt. Vrijwel alle witte stukken kijken richting de zwarte monarch. Ook de pionnenketen f7-g6-h5 is wankel. Daar moet toch wat mee te doen zijn?

Inderdaad: wit begint met 27. gxh5! Zwart moet terugnemen met het paard. 27. … Pxh5. Met de pion is meteen uit: 27. … gxh5 28. Dh7#. Laten slaan op g6 is natuurlijk ook geen optie. En nu komt de klap: 28. Txf7! Daarna is het in alle varianten over en uit.

Bron:

The 4 Player Types standard model – Find your strengths and weaknesses and those of your opponent
by Dr. Karsten Müller, Luis Engel. Meer weten of bestellen…

Geef een reactie