De magie van pionneneindspelen

Wit speelt en wint

Pionneneindspelen hebben iets magisch. Enerzijds lijkt het allemaal nogal eenvoudig. Er is over het algemeen nog maar weinig materiaal op het bord. Anderzijds zitten ze boordevol allerlei tactische wendingen. En… in een serieuze partij moet je ook nog zeer goed en nauwkeurig kunnen rekenen.

Zie het diagram: hoe wint wit?

Veronderstel even dat zwart aan zet zou zijn. Dan wint hij zonder al te veel moeite met 1. … e3. Hierna heeft wit diverse mogelijkheden, maar het gaat in alle varianten mis. Bijvoorbeeld: 2. c6 Kb6 3. a5 Kc7 4. a6 Kb6 en wit zit min of meer in zetdwang. Nadat hij al zijn pionnen op de damevleugel heeft weggegeven moet hij wel zoiets als Kg2 doen en zwart speelt dan h5-h4 waarna hij de zwarte pionnen niet meer kan tegenhouden.

Gelukkig is wit aan zet en dat opent perspectieven. De eerste zet ligt voor de hand. Vrijpionnen moeten naar voren (nou ja, dat vliegertje gaat natuurlijk niet altijd op, maar hier wel). Dus 1. b6 De enige redelijke zet is dan 1. … Ka6 (1. … e3 faalt nu op 2. b7 e2 3. Kf2 en wit wint). 2. a5 e3 3. c6 h4+ 4. Kf4! (natuurlijk niet nemen op g4) e2 5. c7 Kb7 6. a6+ Kxb6 7. c8D e1D 8. Db7+ Ka5 9. a7 en wit wint. Zwart kan een stel schaakjes geven, maar de koning wandelt naar g8 en dan is het uit met de pret. Zie de analyse hieronder.

2 gedachtes over “De magie van pionneneindspelen

  1. Ik kom er maar niet achter wat er mis is met 1.Kf4. Dan moet ofwel een pion worden gespeeld, waarna een pion verloren gaat ofwel moet de zwarte koning naar de vierde rij, waarna de witte b of c pion doorloopt.
    Wat zie ik verkeerd?

  2. Beste Coen,

    Daar heb je inderdaad een punt. Op 1. Kf4 speelt zwart 1. … h4 en wit gaat dan verder met 2. b6 (niet Kxg4, want dat verliest na e3). Een van de zwarte pionnen promoveert dan ook, maar het dame eindspel lijkt me wel gewonnen voor wit.

Geef een reactie