
De stelling hiernaast roept goede en ook wel pijnlijke herinneringen bij me op. Ik weet niet eens precies wanneer ik ben begonnen met schaken. Het was geloof ik net voor de hele hype die ontstond rond de match van de eeuw tussen Boris Spassky en Robert James Fischer.
Het begon met partijtjes tegen mijn vader en enkele vrienden. Aanvankelijk won mijn vader nog wel van me. Maar dat was snel verleden tijd.
Een van mijn favoriete openingen was de Drakenvariant van het Siciliaans. Het heeft eventjes geduurd voordat ik er goede resultaten mee behaalde. In de beginperiode ben ik een aantal keren zeer hardhandig van het bord getimmerd. Het valt ook niet mee om je te wapenen tegen het geweld dat witspelers ontketenen met de pionnenstorm op de koningsvleugel.
Maar op een gegeven moment begreep ik een beetje hoe ik deze stellingen moest spelen en behaalde er prima resultaten mee. Dat was vooral dankzij Genna Sosonko. Genna was de expert bij uitstek en mijn grote voorbeeld. Trouwens niet alleen met de Draak maar ook met het Catalaans. Hij behoorde in de jaren ’70 en begin jaren ’80 tot de wereldtop. Hij won bijvoorbeeld het Hoogovenstoernooi twee keer.
Tegenwoordig is Genna met schaakpensioen en legt hij zich vooral toe op het schrijven van boeken. Die de moeite meer dan waard zijn! Recent verscheen van hem een boek over Viktor Korchnoi (Evil-Doer) en korte tijd later over Vasily Smyslov (Smyslov on the Couch).
Een partij met een verhaal

Een fraai voorbeeld is de partij Ostermeyer-Sosonko. Daar zit voor mij ook een leuk verhaal aan vast. Sosonko had in een bepaalde variant van de Draak een nieuwtje gespeeld en binnen de spreekwoordelijke poep en een scheet van Ostermeyer gewonnen. Die partij werd gepubliceerd in Schach Archiv. Dat was meen ik de opvolger van de ‘Losbladige schaakberichten’. Voor de jongeren onder ons: het was een tijdschrift van losse blaadjes over openingsnieuwtjes. Die kon je dan netjes in een map opbergen.
Het toeval wilde dat op een ochtend tijdens de IBM tienkampen zo’n setje met papiertjes op de deurmat plofte. Ik begon nieuwsgierig door het setje te bladeren en kwam de partij van Sosonko tegen. Dat had uiteraard direct mijn aandacht. Ik heb het zo goed en zo kwaad als het kon bestudeerd en toog vervolgens naar de RAI in Amsterdam om mijn partij te spelen.
Laat nou precies die variant op het bod komen! Het was best moeilijk om rustig te blijven spelen en te veinzen dat ik nadacht. Maar mijn partij volgde exact wat Sosonko eerder had gespeeld. Alleen gaf mijn tegenstander niet zo snel op. Maar het was niet zo moeilijk meer om dat karweitje af te maken.
Het heeft meer dan 40 jaar geduurd alvorens ik weer een keertje direct profijt heb gehad van het bestuderen van openingen. Het was weer met het Siciliaans. Ik vermoedde dat mijn tegenstander van de volgende dag wel eens een gambietje zou kunnen spelen. De tijden dat tegenstanders vrijwel uitsluitend hoofdvarianten speelden liggen lang achter ons. Dus moet je overal op voorbereid zijn. Hij speelde het Morragambiet. Ik nam de pion dankbaar aan. Hij heeft zijn pion nooit meer teruggezien en verloor de rommelige partij.
Terug naar diagram 1
Dit is ook een voorbeeld waarin wit het niet helemaal goed heeft gespeeld. En berg je maar als de Draak vuur gaat spuwen. De opgave is: zwart speelt en wint. Dit soort combinaties moeten Drakenspelers bij wijze van spreken met hun ogen dicht kunnen uitvoeren. Oplossing…