Schaakcompetitie in Zweden

allsvenkanHet is al heel wat jaartjes geleden dat ik er deel van uitmaakte, maar zover ik weet spelen de Nederlandse schakers in teamverband op zaterdag. De lokale teams werken hun wedstrijden in ons kikkerlandje ‘s avonds op werkdagen af. Hier in Zweden gaat het er iets anders aan toe.

Toen ik in het voorjaar lid werd van Alingsås Schacksällskap* en wat vluggertjes speelde was men meteen enthousiast over mijn schaakkracht. ‘Ah’ dacht men: ‘wij hebben er een sterke speler voor het eerste team bij!’

Mijn rating werd ingeschat op 2150 en ik zou voor het eerste team uitkomen. Mijn ervaringen in de daaropvolgende rapid- en snelschaakcompetities waren wat mij betreft nogal matig om het maar eens eufemistisch uit te drukken. Ik maakte de raarste fouten en verziekte redelijk wat gewonnen stellingen.

Het riep weinig vraagtekens op
Dus besloot ik aan het begin van het seizoen zelf maar aan de bel te trekken bij de voorzitter en tevens clubkampioen:

‘Hej Anders, wij moeten even met elkaar spreken. Ik vind het eigenlijk niet correct dat ik meteen in het eerste team kom en de plaats van iemand anders inneem terwijl ik nog helemaal niets heb bewezen. Ik denk dat andere spelers meer rechten hebben dan ik!’

Anders reageerde kalm met ‘Tja… realiseer je dan wel dat wij jouw rating moeten aanpassen bij de schaakbond’. Dat was wat mij betreft geen probleem. Dus viel ik buiten het eerste team.

Toch nog spelen
Afgelopen week kreeg ik een uitnodiging om de wedstrijd van het eerste team bij te wonen. Ik was eerste reserve. Het leek mij wel leuk om mijn teamgenoten geestelijke bijstand te verlenen in hun strijd tegen Manhem, de grote broer uit Göteborg. Wellicht ook noodzakelijk omdat onze grootmeester, Ulf Andersson, die normaal het eerste bord bezet, andere verplichtingen had. (1)

Twee dagen later kwam er een nieuw bericht. Deze keer van de teamleider van ons tweede team. Ik zou aan het eerste bod spelen tegen een club met de naam Ingelstad-Uråsa SK. Ik dacht ‘Nou ja, vooruit dan maar, dan ga ik met het tweede op stap.’

Een beetje vreemd is het wel: in Nederland spelen landelijke teams altijd gezamenlijk hun thuiswedstrijden. Dat is hier kennelijk niet het geval. Het is ook wel een beetje lastig voor een avondmens zoals ik dat de wedstrijden om 10.00 uur beginnen op zondagochtend. En toen sloeg de schrik me helemaal om het hart: in de mail stond vrolijk ‘verzamelen om 6:45 uur bij de kiosk vlak bij ons clubhuis!’

Een beetje uit de richting
Wauw, het blijkt dat dit clubje ruim 300 kilometer ten zuiden van ons ligt. Dit dorp ligt op ongeveer 20 kilometer van Växjö (spreek uit: Vekgjeu). Driehonderd kilometer reizen voor een regionale competitie? Poeh… in Nederland ben je met zo’n afstand dik het land uit. Het was toch wel een kleine domper op de vreugde.

Uiteindelijk gingen wij met 2 auto’s de kletsnatte weg op in het pikkedonker. Je moet niet denken dat dit snelwegen zijn zoals in Nederland. In het gunstigste geval zijn het wat groot uitgevallen provinciale wegen. Wij arriveerden vlak voor tien uur en begonnen meteen aan de schaakwedstrijd.

Ik zal je mijn zetten maar besparen. Het liep niet helemaal zoals gewenst en ik besloot snel remise aan te bieden voordat ik mijn stelling helemaal zou verprutsen. Hetgeen werd aangenomen. Na anderhalf uur was ik klaar. Op die manier kon ik gelukkig wel zien hoe mijn teamgenoten die arme mensen uit Småland (små = klein) in de pan hakten.

Wij aanvaardden met een 7 – 1 overwinning de lange thuisreis. Na een nacht zonder al te veel slaap, ruim zeven uur mijn auto over kletsnatte wegen te hebben gemanoeuvreerd en een potje van anderhalf kon ik nog maar één ding doen: totaal uitgeblust op de bank hangen. De Allsvenskan, zo heet de competitie hier, is toch wat anders dan ik had gedacht.

Voetnoten:

  1. Ook het eerste won de wedstrijd met 5,5 – 2,5
  2. Hier spreekt met schack ongeveer uit als ‘gak’ (met een niet al te harde ‘g’).

Geef een reactie