Hoe sterk waren de meesters uit de 19e eeuw?

On the origin of good movesHoe zat het nu werkelijk met de speelsterkte van de grote namen uit het verleden? Denk daarbij aan Steinitz, Chigorin en vele anderen die een heldenstatus hebben gekregen.

Waren ze écht zo goed? Of overdrijft men hun kracht een beetje? Willy Hendriks doet hierover een boekje open in zijn prachtige werk “On the Origin of Good Moves”.

Deze blog is zeker niet bedoeld als een recensie van dit boeiende boek. Daarop kom ik later terug als ik het helemaal uit heb. Waarschijnlijk duurt dat niet al te lang, want het leest heerlijk weg. 

Waar het me nu om gaat is een eerste indruk van de speelsterkte van deze heren. Eigenlijk vallen deze reuzen een beetje van hun voetstuk. We kennen natuurlijk allemaal de volgende stelling waarin Steinitz een prachtige combinatie op het bord toverde. 

Het verhaal gaat dat Von Bardeleben de toernooizaal verliet zonder op te geven. Klopt dit? Een andere versie van het verhaal is dat Von Bardeleben niet opgaf vanwege de verstoring die het applaus teweeg zou brengen.

Hilarisch is natuurlijk dat Steinitz propageerde dat je met een gerust hart de verdediging van de koning aan de monarch zelf kon overlaten. Hendriks geeft diverse partijen waarin Steinitz in de problemen kwam doordat hij doodgemoedereerd vast bleef houden aan deze toch niet zo handige gedachte en zijn koning niet in veiligheid bracht.

Kan het nou écht nooit?

Grappig genoeg herhaalde een eeuw later een andere grootheid uit de schaakhistorie iets dergelijks met prima resultaten. Maar Karpov maakte het ook niet zo bont als Steinitz. Zie:

In dit geval is er een rationele verklaring. De korte rokade ziet er voor zwart niet aantrekkelijk uit. Waarschijnlijk kan wit al meteen toeslaan met Lxh6. Ook de lange rokade is geen goed alternatief. Dus koos Karpov er voor om de koning in het centrum te houden. Karpov won deze partij na diverse fouten (blunders) van beide spelers. Het was trouwens niet de laatste partij waarin Karpov zijn koning in het centrum liet staan. Soortgelijke situaties kwamen op het bord tegen Shirov (2 x remise ), Topalov (remise), Portisch (winst) en Kramnik (winst). Bepaald geen slechte score. Bron: Chess Middlegame Stategies – Ivan Sokolov (Thinkers Publishing).

Terug naar Steinitz en Chigorin

Beide heren bevochten elkaar twee keer een match. De kwaliteit van deze partijen was om het eufemistisch uit de drukken nogal wisselend. Wat te denken van het volgende fragment? Toegegeven het is een onoverzichtelijke stelling. Willy Hendriks merkt hierover op:

“Wit staat een stuk voor, maar hij moet nog wel wat praktische problemen oplossen. Het is eigenlijk makkelijk om de fout in te gaan: de witte stukken in het centrum hangen een beetje als los zand aan elkaar.”

Daar is geen woord te veel mee gezegd. Overigens zou het hebberige 32. Txb7 voldoende voor de winst zijn geweest. In plaats daarvan maakte Chigorin een gruwelijke fout.

Dit was natuurlijk een berucht fragment. Het volgende fragment kende ik niet. Eigenlijk verwacht je niet dat topspelers een dergelijke stelling zo zwak spelen. Willy geeft deze stelling als opgave voorafgaand aan het hoofdstuk zonder er een hint bij te geven. Zullen we eerst even kijken wat de gedachtegang van deze patzer was bij het zien van deze stelling?

Toen ik voor het eerst naar deze stelling keek was mijn eerste gedachte:

“Even kijken. Hm… dat is best een prima stelling voor wit. Die loper op b6 lijkt een beetje op een veredelde pion. Maar de penning van het paard op f3 vind ik niet zo fijn. Kan ik hem ontpennen met h3. Oeps, dat gaat niet vanwege Pxh3+ of Lxh3!”

Mogelijk maakte Chigorin zich daarover ook zorgen?

Plotseling viel me iets anders op:

“Wat nou als wit 23. Lxf7 speelt? Hm… als hij de loper met de dame neemt, hangt de toren. Maar met de koning pakken is ook weer zowat. Dan sla je toch gewoon eerst op d6 en daarna met het paard op e5? Dat is schaak en wint wint materiaal!”

Grappig genoeg keek ik niet eens naar Lxe5. Dat zou fout zijn. Zie de analyse. Overigens kwam deze stelling op het bord na 22. … Td6? Wat speelde Chigorin?

Overigens was dit niet het einde van het foutenfestival. Steinitz zag een tactische wending. Die ik overigens ook zag. Maar in die variant zit een levensgroot gat. Daar trapte ik ook met open ogen in.

Willy Hendriks heeft met dit boek een prachtig stuk geschiedenis herschreven. Steinitz en ook anderen zijn een beetje van hun voetstuk gevallen. Wat me ook opvalt is dat ‘geschiedschrijvers’ elkaar tamelijk klakkeloos kopiëren en op die manier allerlei fabeltjes in leven houden. Het doet me denken aan mijn eigen vak (verkopen) waarin auteurs het werk van anderen gedachteloos overschrijven. Ik schreef daar zelf ooit een heel boek over. Maar dat terzijde.

Overigens hebben deze, en andere, pioniers natuurlijk toch ook veel moois voorgebracht. Het boek van Willy is naar mijn smaak een aanrader. Maar zoals in het begin opgemerkt: daarover binnenkort meer.

Geef een reactie