Weer een prachtig pionneneindspel

Sinds ik begonnen ben met het bestuderen van pionneneindspelen, val ik van de ene verbazing in de andere. Het lijkt allemaal zo eenvoudig. Maar in werkelijkheid zijn dit soort eindspelen bijzonder lastig. Jesus de la Villa zegt hierover in zijn boek ‘100 Endgames You Must Know’ (ik parafraseer) dat je moet oppassen om af te wikkelen naar pionneneindspelen omdat die vaak bijzonder lastig te berekenen zijn. Zit je er naast? Dan kan het zo maar zijn dat je een half, of zelfs een heel punt moet inleveren. Hier heb je alvast een simpel voorbeeld

Deze is natuurlijk makkelijk. Maar ik vrees dat er toch schakers zijn die hier de mist in gaan en 1. Kf2 spelen. Daarna is het verloren. Zwart speelt namelijk 1. … f4 en wit moet de verdediging van zijn pion opgeven, waarna zwart de pion op f3 veroverd en meteen bezit heeft genomen van de sleutelvelden voor zijn eigen pion. Daarna is het eenvoudig gewonnen.

Hoe red wit zich dan wel? Eigenlijk simpel: door zelf de pion op een gunstige manier weg te geven met 1. f4! Ook dan wint zwart de pion. Maar het verschil is dat wit de oppositie heeft en remise maakt.

Terug naar het eerste diagram. Deze stelling is bijzonder complex. De eerste impuls is om meteen met de b-pion op te rukken om zodoende zo snel mogelijk een dame te halen. Helaas levert dat niet meer dan remise op. De oplossing is een studie waardig. Echter dit was geen studie, maar een échte partij. Petje af voor de witspeler die de oplossing heeft gevonden.

Ik vond deze stelling in Dvoretsky’s Endgame Manual (4th edition). Er is onlangs een 5e en volledig door eindspelexpert Karsten Muller bijgewerkte editie verschenen.

Geef een reactie