De macht van het loperpaar

Svidler-Kasparov

Merijn van Delft behandelt op zijn nieuwe dvd: Practical Chess Strategy: the Bishop allerlei strategische motieven met de loper. Het is een boeiende dvd waarin Merijn de kijker regelmatig aan het werk zet met vragen over de stellingen. Die trainingsvragen zijn het handelsmerk van Merijn. Hij pakt het op soortgelijke wijze aan in zijn wekelijkse rubriek voor ChessBase.

Zoals je gezien de titel zou mogen verwachten staat in deze dvd de loper centraal. Merijn behandelt daar als eerste het loperpaar. Eerst neemt hij twee knappe partijen van hem zelf onder de loep. Daarna is het de beurt van Garry Kasparov.

Zelf ben ik een fan van Kasparov’s spel. Vooral vanwege zijn geweldige dynamische speelstijl. In zijn partij tegen Svidler (Linares 1998) demonstreert Garry de kracht van het loperpaar. Aanvankelijk lijkt het daar nog niet op. Maar na de 18e zet van zwart, waarin Garry zijn loperpaar veilig stelt, gaat het steeds beter met de zwarte kansen! (verder lezen)

Zo’n loperpaar is natuurlijk leuk, maar hoe benut je de volle kracht van beide lopers? Grappig genoeg zegt Merijn daarover nuttige dingen in zijn boek ‘Mastering Positional Sacrifices’ (New In Chess, 2020). Effectieve strategieën om met het loperpaar te spelen zijn:

  1. De activiteit van de vijandelijke stukken (loper en paarden) beperken.
  2. In ieder geval één paar torens op het bord houden.
  3. Ruimte proberen te winnen.
  4. Tegenspel proberen te vermijden.
  5. De stelling openen (wanneer mogelijk).

Overigens zijn de adviezen 1, 3 en 4 ook prima ideeën voor andere stellingen. Maar het is goed om daar nog eens bij stil te staan en op te letten bij het naspelen van deze partij (en anderen die nog volgen). Aan het begin van deze blog zag je een stelling na de 17e zet van zwart.

Kasparov speelde 17. … Lc6-e8. De loper wegstoppen op een veilige plek zien wij veel vaker in partijen waarin het loperpaar een dominante rol speelt. De ‘eigenaar’ van het loperpaar voorkomt afruil en parkeert de loper even op een wat minder actief veld. Maar dat is het grote voordeel van lopers: met één zet kunnen ze het hele bord oversteken.

Na 22. Pe2? kreeg Garry de kans om zijn loper te activeren. Hij speelde 22. … Le8-c6. Vanaf dat moment overheersten beide lopers de partij. Dat komt enkele zetten later nog veel duidelijker naar voren.

Svidler-Kasparov (Td3)

Merk ook op dat de witte loper op g3 naar zijn eigen pion op e5 kijkt en de rol van toeschouwer vertolkt. De grap is dat de partij lange tijd redelijk gelijk op is gegaan. Maar na de 22e zet heeft zwart het initiatief in handen gekregen en dan laat iemand als Kasparov niet meer los. Hieronder vind je de complete partij.

Een fraai staaltje van de kracht van het loperpaar.

Geef een reactie