Ik heb zojuist een interessant boek binnengekregen van Daniel Naroditsky. Grappig: niet alleen grootmeesters worden telkens jonger, maar auteurs kennelijk ook. De voormalige junior wereldkampioen (2007) publiceerde zijn boek ‘Mastering Positional Chess’ op vijftienjarige leeftijd.
Wat een prestatie! Op het boek kom ik later nog wel eens terug. Wat mijn aandacht trok was een partij tussen Botwinnik en Paul Keres. Botwinnik zet Paul Keres tamelijk hardhandig van het bord.
Het is een mooi voorbeeld van profilaxe. Daniel zegt daarover: ‘Dit voorbeeld leert ons over het belang van de vraag: ‘wat doet mijn tegenstander als hij aan zet is?’ Hoewel deze vraag altijd gesteld dient te worden in kritieke posities, maakt het je niet imuun voor de ideeën van je tegenstander.’ Ik voeg er zelf aan toe: ‘had ik me die vraag maar eens wat vaker gesteld, niet uitsluitend in kritieke posities, maar bij elke zet!’
Het is sowieso wel handig om nadat je tegenstander een zet heeft gedaan een kort checklijstje af te werken. Geef antwoorden op vragen als:
- Wat is er veranderd in de stelling?
- Valt mijn tegenstander nu iets aan, bijvoorbeeld een stuk of een veld?
- Naar welke velden kan dit stuk zich verder verplaatsen?
- Maakt de zet ruimte vrij voor andere stukken?
Hiermee kun jij jezelf heel wat schaakellende besparen. Zullen wij kijken hoe Botwinnik het aanpakt? Je kunt deze partij ook in je browser afspelen…
Mikhail Botvinnik – Paul Keres [D35]
USSR Championship Moscow (RUS), 1952
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 d5 4.cxd5 exd5 5.Lg5 Le7 6.e3 0–0 7.Ld3 Pbd7 8.Dc2 Te8 9.Pge2 Pf8 10.0–0 c6 11.Tab1 Ld6?!
Het waren zetten als Ld6 waar ik vaak problemen mee heb gehad. Ld6 gaat een beetje tegen mijn gevoel in. De loper stond op e7 prima. Het prikkelt tot de gedachte ‘hoe kan ik hier gebruik van maken?’ Het antwoord zou waarschijnlijk zoiets geweest zijn als: ‘zo snel mogelijk e4 doorzetten’. Daarbij zou ik me weinig van mijn tegenstander hebben aangetrokken en dus de mist zijn ingegaan.
Op het eerste gezicht lijkt er geen plan achter Ld6 te zitten. Op z’n hoogst van ‘hm… hij richt zijn stukken op mijn koningsstelling’. Het lijkt wit in de kaart te spelen, want die is overduidelijk van plan om zijn e-pion naar voren te schuiven via e4 naar e5 (met voorbereidende zetten als f3 en Pg3). In dat geval krijgt wit een tempo cadeau. Uiteraard doet een speler van het kaliber Paul Keres niet zo maar lukraak zetten. Ik kan er nog aan toevoegen: de gemiddelde clubspeler ook niet.
Daniel geeft de achterliggende gedachte. Zwart brengt zijn paard naar g6 (ontneemt de witte loper de velden f4 en h4) en speelt vervolgens h6. Bovendien dreigt Lxh2+. Hoe houdt Botwinnik dit plan tegen?
12.Kh1 Pg6 13.f3!
Nu komt de aap uit de mouw. Wanneer zwart 13. … h6 speelt, volgt 14. Lxf6 Dxf6 15. e4 en zwart krijgt het moeilijk. Bijvoorbeeld: 15. … Dh4 16. g3 Dh3 17. e5 Lb8 18. f4 en hoe stop je die pionnen? Er zit weinig anders op dan de loper terugtrekken.
Le7 14.Tbe1 Pd7 15.Lxe7 Txe7 16.Pg3 Pf6 17.Df2 Le6 18.Pf5 Lxf5 19.Lxf5 Db6 20.e4
Hier stopt Daniel met zijn analyse. Begrijpelijk gezien het onderwerp van het hoofdstuk dat over profylaxe gaat. Maar wat volgt is bijzonder instructief. Vroeger lukte het me regelmatig om dit soort stellingen te bereiken. Maar dan…? Hoe verzilver je het voordeel? Het bleek in de praktijk soms een te lastige opgave. Wanneer je het niet nauwkeurig uitspeelt, valt het pionnencentrum uit elkaar en zit je plotseling in de moeilijkheden.
20. … dxe4 21.fxe4 Td8 22.e5 Pd5 23.Pe4 Pf8 24.Pd6 Dc7
De dame moet terug naar de zevende rij. Op 24 … Da5 volgt pijnlijk 25. Pxf7! Txf7 26. Le6 +-
25.Le4!
Het uitroepteken is van mij. Ook al weer zo’n mooi zetje. Hierdoor is wits volgende zet mogelijk.
25. … Pe6 26.Dh4 g6 27.Lxd5
De bedoeling achter 25. Le4! Botwinnik slaat twee vliegen in één klap: hij schakelt een verdediger van de zwarte velden uit en betrekt de witte toren met tempowinst in de aanval.
27. … cxd5 28.Tc1 Dd7 29.Tc3 Tf8 30.Pf5 Tfe8
Indien 31. … gxf5 dan eenvoudig 32. Tg3+ Pg7 33. Df6 gevolgt door mat.
31.Ph6+ Kf8
Of: 31. … Kh8 32. Df6+ Pg7 en 33. Pxf7+ en na de afwikkeling wint wit gemakkelijk.
32.Df6 Pg7 33.Tcf3 Tc8 34.Pxf7 Te6 35.Dg5 Pf5 36.Ph6 Dg7 37.g4
En zwart gaf het op.