Mijn schaakvriend Maurits van der Meer plaatste bovenstaande stelling op Twitter (sorry ik kan X niet uit mijn strot krijgen). Hij vond deze stelling in ‘1001 Chess Exercises for Advanced Club Players’. Wit is aan zet. Wat is de juiste voortzetting?
Dit is nou typisch zo’n stelling waarin je makkelijk mis kan grijpen. Voor de hand ligt om verder te gaan met:
42. Te6 Kd7 43. Txe8 Kxe8 44. Te6+ Kd7 45. Txe4 en wit wint.
Maar dat is toch iets te gemakkelijk. Eigenlijk moet je voordat je een zet doet eerst de vraag stellen:
Wat is zwart van plan?*
Nou dat ligt voor de hand. Zwart wil g3-g2-g1D+ spelen. Als je dacht dat het met bovenstaande variant over en uit was voor zwart, dan voel je nu vast wel enige ‘nattigheid’. Want zwart is natuurlijk helemaal niet gedwongen om 43. … Kxe8?? te spelen. Zwart heeft veel beter en wint met :
43. … g3! Ke1 g2 44. Kd1 en nu pas 44. … Kxe8 (ook goed is natuurlijk 44. … g1D+).
Wat dan wel? Gelukkig kan wit nog wel een halfje uit het vuur slepen met:
42. Td6! g3 43. Tge6+ met eeuwig schaak.
Aanvankelijk trapte ik ook in de valstrik. Dat leek me toch een beetje te makkelijk en toen keek ik dus wat verder dan mijn neus lang was en vond ik de valstrik en hoe wit die kan ontwijken.
Verrassende wending
Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik wilde wel even weten of deze stelling ooit in een partij op het bord is verschenen. Daarop geeft ChessBase antwoord. Ja hoor. Deze stelling ontstond na de 41e zet van zwart in een partij tussen Alexander Kotov en Glenn Lambert (1977). Hoe liep dat af? (Trompetgeschal)
Zwart gaf op nadat Kotov hem een winstvariant voorschotelde! Dat deed hij vermoedelijk nadat de partij was afgebroken. Dat deed men nog in die tijd. Tja… meneer Kotov kon het niet laten om schakers in het variantenbos te laten verdwalen!
Eddy Sibbing attendeerde me op het boek ‘Der letzte Fehler’ van Klaus Trautmann. Daarin geeft de auteur aan de Oostenrijkse schaker Lambert remise heeft aangeboden en Kotov antwoordde met 42. Te6+. Waarop Lambert opgaf vanwege de ‘foute variant’. Deze versie klinkt wat aannemelijker dan mijn veronderstelling. Het boek plaatst de partij in 1978 en niet in 1977 zoals Chessbase vermeldt. Dit is de hele partij.
* De bekende schaaktrainer en auteur GM Jacob Aagaard stelt de volgende vragen voor:
- Waar zitten de zwakke punten bij jezelf en je tegenstander?
- Wat is je slechtste stuk?
- Wat is je tegenstander van plan?
Deze drie vragen helpen je vaak op weg in lastige stellingen. Overigens moeten we onszelf altijd de vraag stellen: “wat is mijn tegenstander van plan?” Of correcter: welke ideeën heeft hij tot zijn beschikking? Helaas is dat niet altijd een automatisme. Ook niet bij mij, zoals eerder aangehaald, trapte ik aanvankelijk ook in de valstrik.
Brutaal van Kotov. Beetje een hekel altijd al gehad aan hem. Ben wel blij met zijn standaardwerk over Aljechin. Maar z’n leerboeken vond ik een verschrikking.
Ik trapte trouwens ook in de valstrik van het diagram.
Beste Frans, ik ben ook geen fan van hem. Vandaar mijn wat schampere opmerking over schakers het variantenbos insturen. Dat was een van zijn stokpaardjes in ‘Think like a grandmaster’ (waar overigens ook wel nuttige dingen in staan).
Wit wint vanuit het diagram met Tg7 en Txa6 met mat. Denk ik,
Helaas dat wint niet. Zie de analyse van de partij. Daarin vind je de variant met 42. Tg7+. Na 44. Txa6 speelt zwart Kb8.