Gênante analyse

Carsten Hansen publiceert dagelijks schaakpuzzels in zijn Facebookgroep ‘Winning Quickly at Chess Community’ en op Twitter. De puzzels zijn er in twee categorieën: de eerste noemt hij Chess Tactics for Improvers en de tweede Daily Chess Training. Die laatsten zijn van een zwaarder kaliber dan de eerste (improvers).

Ik doe graag een poging om ze op te lossen. Helaas gaat dat met die tweede lastige categorie niet altijd goed. Recent had ik weer eens last van een hardnekkige kwaal die met enige regelmaat de kop op steekt. Maar voordat ik daar iets over zeg, stel ik voor dat je zelf eerst een poging doet om de schaakpuzzel op te lossen.

Waar het bij mij fout ging

Met zijn laatste zet Pe5 heeft wit gezondigd tegen een belangrijk openingsprincipe: niet twee keer met hetzelfde stuk spelen als daartoe geen noodzaak is. De vraag is: kan zwart er van profiteren? Ik keek vooral naar ideeën met 1. … Pxd4 2. Pxg4 Pxg4 3. e3.

Op de een of andere manier had ik het ‘gevoel’ dat er iets moest zijn waardoor zwart voordeel zou halen. Maar wat ik ook bedacht (Dh4, Df6 slaan op e3 of op f2) niets werkte. Maar niemand kan me verwijten dat ik geen doorzetter ben. Ik bleef hardnekkig varianten controleren, maar zonder resultaat.

Eigenlijk heel vreemd als je bedenkt dat ik wel heb gekeken naar 1. … cxd4! Het uitroepteken heb ik er later achter gezet. Want ik stopte met rekenen na 2. Pxc6. Je vraagt jezelf af waarom ik even niet wat verder keek dan mijn neus lang was. Vergelijk dit eens met de volgende bekende valstrik uit het damegambiet. Dat had me op een idee moeten brengen.

Helaas overkomt dat ‘blijven hangen in een foute gedachtegang’ me wel vaker. Het heeft er ook mee te maken dat ik kennelijk niet goed naar alle mogelijkheden in zo’n stelling kijk. Schaken is een bijzonder concreet spel. Je moet bij het rekenene in een stelling alle varianten nalopen.

Eén zetje verder rekenen kan ook geen kwaad. De correcte oplossing vind je in onderstaand fragment (maar die had je natuurlijk al lang zelf bedacht, toch?).

Als je weet wat je fout doet, dan ben je al half op weg naar de oplossing van het probleem. Het is belangrijk om je blik te verruimen en alle mogelijkheden op z’n minst een paar zetten diep door te rekenen.

Een andere tip: overweeg altijd op z’n minst drie alternatieve kandidaatzetten. Zelfs als een zet zich aan je opdringt, is het verstandig om toch even verder te kijken. Overigens zie ik dit euvel ook bij andere schakers in dat opzicht ben ik niet uniek. Maar of dat een troost is als je zoiets in een partij overkomt?

Geef een reactie