Ik heb mijn blog over de wk-match tussen Anand en Carlsen in Chennai ook op schaaksite.nl gezet. De reacties kwamen al spoedig los. Gelukkig was lang niet iedereen het met me eens. Anders zou het leven nog saaier zijn dan de match in India.
Het is een goede zaak om mijn standpunt wat verder toe te lichten.
Het is zonder meer waar dat Carlsen een uitmuntende schaker is. Zijn stijl spreekt me echter minder aan. Magnus speelt over het algemeen tamelijk pretentieloze openingen. Het lijkt hem er om begonnen om een min of meer gelijkwaardige stelling te bereiken. Vervolgens stroopt hij zijn mouwen op en zegt met zoveel woorden:
‘Zullen wij nu eens kijken wie het beste kan spelen?’
Niet zelden komt hij als overwinnaar uit de bus, ook tegen de groten der aarde. Hij kan als geen ander een klein voordeeltje vasthouden en verder uitmelken. Hij stelt zijn tegenstander telkens voor nieuwe problemen. Die gaat dan vroeg of laat een keertje in de fout. Zoals in de zesde matchpartij Anand overkwam. Je zag het aankomen dat hij onderuit zou gaan. Hij kwam op het hellende vlak terecht en vervolgens ging het van kwaad tot erger.
Zoals Carlsen het aanpakt is zeker een manier van spelen. Het blijkt bijzonder effectief. Maar als zijn tegenstanders geen fouten maken, dan leidt het toch vaak tot saaie en bloedeloze partijen. Dat is ontzettend jammer. Je kunt een partij natuurlijk ook van meet af aan wat agressiever opzetten. Daarmee bedoel ik dus zeker niet dat hij allerlei wilde en idiote dingen zou moeten doen. Maar het schaakspel is zo ontzettend rijk, dat er heus nog wel mooie ideeën zijn te vinden. Wat dat aangaat vind ik Nakamura een geweldig voorbeeld.
Overigens gaat die met enige regelmaat een tikje te ver en dat kost hem heel wat punten. Toen zijn haren nog wat wilder waren dan nu speelde hij tegen Volokitin in 2005 de volgende malle opzet:
1. e4 c5
2. Dh5? Pf6
Hij leed met dit opzetje een smadelijke nederlaag. Maar vermakelijk is het wel. Ik weet ook wel dat Nakamura tegen Magnus een belabberde score heeft. Zo bekeken heeft Magnus het gelijk aan zijn zijde. Uiteraard verwacht ik ook niet dat Carlsen of Anand zo’n opening* in hun match spelen. Maar mag het ietsje pietsje avontuurlijker dan 4 keer de gortdroge Berlijnse variant van het Spaans? Of een slappe variant van de Grünfeld? Ik denk van wel.
Nu lijkt angst, vooral bij Anand, de match te overheersen. Zoals bekend is angst een slechte raadgever. En wat ik al helemaal niet begrijp is dat Anand in zo’n korte match twee mogelijkheden om de strijd aan te gaan zomaar verloren laat gaan. Ik neem toch aan dat je in de voorbereiding al rekening houdt met een scenario waarin de zaken niet helemaal op rolletjes lopen? Dus zou je iets achter de hand moeten hebben, zeg een plan C, voor het geval je op achterstand komt en feitelijk moet winnen.
Maakt het werkelijk zoveel uit of je daardoor nog een partij verliest? Ik denk van niet. Maar misschien mag ik de spelers helemaal niets verwijten. Het huidige systeem van elk jaar een titelmatch lokt zoiets ook een beetje uit. Vroeger moest de kampioen om de drie jaar zijn titel verdedigen. Daardoor was er genoeg ruimte om aan toernooien deel te nemen. Maar als je elk jaar in de weer bent om je titel te prolongeren, gaat dat – vrees ik – aan je vreten. Denk aan de lange schaakpauze die Anand heeft ingelast. Misschien word je daarvan ook wat roestig.
Nu maar hopen dat het de nieuwe titelhouder niet op dezelfde manier vergaat. Het zou toch vreselijk jammer zijn wanneer Carlsen op grote toernooien ontbreekt omdat hij zich aan het prepareren is voor weer een nieuwe vermoeiende match?
PS. Zojuist kwam ik deze quote tegen op Twitter (via Chess Chat): ‘One of the objectives of opening play is to try to surprise your opponent.’ – Edmar Mednis