Deze stelling ontstond na 50e zet in een rapidpartij tussen Zoltan Almasi en Ljubomir Ljubojevic (Amber Rapidplay, Monaco 2001). Wit’s laatste zet was 50. Kf1 (na 49. … Tc2+).
Je kunt er lang of kort over discussiëren, maar voor mijn gevoel staat de koning niet helemaal ideaal op f1. Wit had ook voor 50. Ke3 kunnen kiezen. Het maakt kennelijk op dit moment ook weinig uit. De vraag is nu: wat is de beste zet voor zwart?
Wit is aan zet in deze stelling na de 32e zet van zwart. De vraag is: wat is hier de beste voortzetting? Wit heeft een ruime keuze. Denk bijvoorbeeld aan een koningszet of een zet met een pion.
Eerlijk is eerlijk: deze puzzel heeft me flink wat tijd gekost om op te lossen. Op het moment dat ik besloot het op te geven, zag ik dan toch nog de juiste zet voor zwart.
Het lijkt er op dat schaakboeken steeds dikker worden. Ik veronderstelde dat het toernooiboek van Tata Steel 2021 wel zo’n beetje het maximum is van wat je in een boek kunt stoppen. Maar dat blijkt een vergissing. ‘A Matter of Endgame Technique’ van de gerenommeerde trainer en auteur Jacob Aagaard spant de kroon met maar liefst 896 pagina’s en een gewicht van 1,8 kilogram!
Als dat meteen de reden is om te denken: “hier stop ik, dat is veel te veel voor me” dan adviseer ik je om toch even verder te lezen. Aagaard zegt over zijn boek:
“Het zijn eigenlijk 5 of 6 boeken in één” en even verderop in de inleiding: “Je hoeft niet alles te lezen.”
Feitelijk is elk hoofdstuk het equivalent van een boek. Je krijgt dus heel veel waar voor je geld. Ik begin er maar niet eens aan om de inhoud per hoofdstuk op te noemen. Maar uiteraard wel de globale indeling (je vindt de complete inhoudsopgave in de voorbeeldpagina’s):
Wit speelde hiervoor 32. g5 waarop zwart reageerde met 32. … Pe3+ en wit vervolgens het paard aanviel met 33. Kf3. Wat is nu de beste voortzetting voor zwart?
Dit is een fragment uit een partij tussen David Bronstein en Viktor Kortschnoj (Match Leningrad-Moskou, 1962). Wit heeft zojuist 37. Te8! gespeeld en zwart reageerde hier 37. … Dxf3?! Hoe kijk jij tegen deze stelling aan?
In opgavenboeken vind je vaak het sluitstuk van een partij. Maar wat er aan voorafgaat blijft veelal verborgen. Dat is ook het geval met de partij van Jop Delemarre tegen Gunter Deleyn (KNSB 2008). De diagramstelling ontstond na de 27e zet van zwart. Hoe gaat wit nu ijzersterk verder?
Je hoort wel eens zeggen: “Eindspelen met lopers van ongelijke kleur zijn altijd remise!” In deze uitspraak schuilt een kern van waarheid. Maar altijd? Nee niet altijd. Waarom is 54. Kb2-a3 een blunder?