Denken als een patser

Wely-CarlsenStel jezelf eens voor dat je in een toernooi tegen Magnus Carlsen speelt. Hoe groot acht jij de kans op een overwinning? Als ik even voor mijzelf een kansberekening maak, dan kom ik tot 1 op de 1000 partijen.

Wellicht denk je nou: ‘Michel is dat niet een tikkeltje arrogant van je om te denken dat jij ooit een heel punt tegen Magnus zult scoren?’ Ik ben er van overtuigd dat het me zal lukken. Daarvoor heb ik twee redenen. De eerste moet je natuurlijk bij Magnus zelf zoeken. Waarschijnlijk is hij op een bepaald moment zo verveeld en zo zat van mijn geklungel dat hij eventjes niet oplet en ik mijn kans kan grijpen. Verder lezen…

De tweede reden is wat minder eenvoudig
Als je grootmeesters en patsers met elkaar vergelijkt dan merk je al snel dat grootmeesters op een andere manier denken. Natuurlijk niet zoals in het boek ‘Think like a grandmaster’. Grootmeesters denken niet in eindeloze variantenbomen. Grootmeesters weten intuïtief naar welke zetten ze moeten kijken en welke zetten ze met een gerust hart kunnen negeren.

Ik heb dat ooit gemerkt tijdens een post mortem na afloop van een partij Karpov tegen Timman. Ik trok op een zeker moment de stoute schoenen en vroeg op schuchtere toon:

‘Meneer Karpov, heeft u – ik wees naar het bord – die zet overwogen?’

Karpov reageerde vriendelijk met:

‘Daar heb ik geen moment naar gekeken’.

Terwijl hij dat zei voerde hij de zet uit op het bord en gaf er enkele varianten bij. Na een paar zetten stopte hij en zei toen:

‘In deze stelling heb ik geen goede mogelijkheden meer. Ik kan geen activiteit ontwikkelen. Vandaar!’

Hij wist dat gewoon. Zelf heb ik later thuis nog een tijd zitten puzzelen en kwam uiteindelijk tot dezelfde conclusie. Wat hij gewoon wist, ontdekte ik pas na een tijdje ploeteren.

Elk voordeel heeft z’n nadeel
Ik geloof dat hiermee in een notendop is verteld waarom grootmeesters zoveel sterker zijn dan wij gewone stervelingen. Maar dat superieure gevoel voor stellingen kan ook tegen ze werken.

Neem Loek van Wely. Sterke spelers als Loek van Wely maken natuurlijk een aanzienlijk grotere kans om Magnus halve en misschien wel hele puntjes af te snoepen. Loek zal vast nog wel eens terugdenken aan dat ene moment waarop hij, in heftige tijdnood, zijn kans op eeuwige roem verspeelde (Tata Steel, 5e ronde, 2016).

Ik durf met grote stelligheid te beweren dat elke willekeurige patser het in deze stelling beter gedaan zou hebben dan Loek. Waarom? Nou eigenlijk is dat heel simpel. Loek had last van dat veel superieure stellinggevoel. Zie het diagram. Loek speelde in vliegende tijdnood 29. Tc3? Daar zat, zoals je van een grootmeester mag verwachten, een gedachte achter. Hij wilde de toren via de derde rij naar de koningsvleugel manoeuvreren. Hij dacht als een grootmeester.

En wat doet een patser?
Zullen wij ons nu eens verplaatsen in de positie van een patser? Die denkt paniekerig:

‘O, o, o, gut o gut wat moet ik doen. Ik heb geen idee!’

Zenuwachtig kijkt hij naar de klok en doet wat zijn reflexen hem ingeven. Hij geeft een schaakje. 29. Dh4+. Dat is wat alle patsers van nature doen en goed in zijn.

Magnus is zich bewust van de ernst van zijn situatie en gunt de patser geen seconde bedenktijd. Hij speelt met een stoïcijns gezicht 29. – g5. De zenuwen gieren de patser door de keel.

‘Oei, help, ik heb nog maar 20 seconden. Wat nu? Mijn dame staat aangevallen!’

In blinde paniek speelt hij zijn dame naar h3. Hij ziet geen betere plek.

‘Daar is ze tenminste voor een moment veilig. Wat anders?’

En dan gebeurt het wonder. Magnus twijfelt. Nu ziet de patser het ook. Hij heeft al klungelend de zwarte toren gevangen!

Wellicht zeg je nu:

‘Ja maar zwart kon ook anders spelen hoor. Hij had bijvoorbeeld 29. – Dg5 kunnen spelen.’

En weer is de patser superieur aan de grootmeester. Natuurlijk doet hij wat zijn reflexen hem ingeven: 30. e5+! En scoort vervolgens na 30. – Kxe5 31. Dd4# vol ongeloof over deze buitenkans, het hele punt.

Ook de derde variant is spekkie naar het bekkie van de gemiddelde patser. Het zijn gewoon een stel schaakjes. Schaak geven kunnen patsers als geen ander! Wedden dat iedere 1700+ speler die regelmatig tactische puzzeltjes oplost Magnus mat zou hebben gezet? Zo bekeken is het niet altijd een voordeel om grootmeester te zijn. Naspelen via de viewer…

Geef een reactie