Herinneringen aan Eduard Spanjaard

Eduard SpanjaardHet lijkt al weer een mensenleven geleden. Ik bedoel de mooie tijd die ik beleefd heb in de Remise aan de Kanaalstraat in Utrecht. Ergens midden jaren zeventig maakte ik de overstap van een dorpsclubje naar het grote en destijds toch ook nog wel een tikkeltje elitaire SC Utrecht.

Ik heb daarvan geen moment spijt gehad. De top van de club heb ik nooit gehaald, maar over het algemeen draaide ik aardig mee in de middenmoot en ik heb enkele jaren voor het 2e team gespeeld.

In eerste instantie kwalificeerde ik me voor de lagere teams die op doordeweekse dagen speelden. Mijn drang om hogerop te komen zal wel de reden zijn geweest waarom ik als een soort supporter mee op stap ging met de uitwedstrijden van het eerste team. Mijn droom was ooit tot dit edele gezelschap door te dringen. Zover is het dus nooit gekomen, alhoewel ik wel een keertje mocht invallen toen een teamlid niet kwam opdagen. Op deze manier heb ik de meeste spelers van Utrecht 1 aardig leren kennen. Inclusief de grand maître van de club: Eduard Spanjaard.

Eduard behoorde in de jaren vijftig tot de Nederlandse schaaktop. In de tijd waarin ik hem leerde kennen was hij toch wel een beetje over zijn hoogtepunt heen, maar nog steeds een geducht tegenstander. Na afloop van de wedstrijden ging het hele team steevast ergens eten en dan kwam het onvermijdelijke magnetische zakschaakspelletje uit de tas. Op die manier werden destijds de partijen nog een keer nagespeeld en uitgebreid van commentaar voorzien.

Spanjaard hield voor elke thuiswedstrijd een praatje. Ik geloof dat wij er allemaal naar uitkeken. Wat zou hij nu weer uit zijn hoge hoed toveren? Hij wist altijd iets leuks te vertellen en zijn snedige opmerkingen waren goed voor behoorlijk wat lachsalvo’s. Pas daarna werden de klokken ingedrukt. Eduard was een op en top gentleman en bijzonder charmant in zijn omgang met het andere geslacht.

Ook een donker kantje
Het eerste team van schaakclub Utrecht werd destijds gesponsord door het CVI. Alle reden dus om de Crème de la Crème van de club de beste speelomstandigheden te gunnen. Op een speeldag was de oude Remise aan de Kanaalstraat tot de nok toe gevuld met schakers en nog veel meer bijzonder luidruchtige bridgers. Het tweede team bleek het kind van de rekening. Wij werden weggestopt op een toneelpodium. Er was slechts een dun gordijn wat ons scheidde van de bridgers.

Je voelt wel aan dat dit verre van ideale omstandigheden waren. Om de haverklap werd de rust verstoord door de bridgers wanneer zij hun spel hadden gespeeld. Ik was destijds hoofdredacteur van het clubblad en schreef samen met Erik Knoppert een vlammend betoog over het onrecht wat ons was aangedaan. Het was een schande dat het eerste op deze manier werd voorgetrokken en wij in het verdomhoekje werden gestopt.

Kennelijk was Eduard nogal ontstemd over deze rebellie van een in zijn ogen stelletje kwajongens. Ik heb gehoord dat hij voorgesteld heeft ons te royeren. Zover is het nooit gekomen. Het schijnt dat Bert Kieboom het relletje intern heeft gesust. Eduard en ik hebben er nooit met een woord over gerept.

Wederzijds voordeel
Eduard was een druk baasje. Hij was nog steeds actief als advocaat en kantonrechter. Daarnaast wijdde wij zich vol ijver aan zijn schaakrubriek in het Utrechts Nieuwsblad. Daarvoor reisde hij ook de Nederlandse toernooien af. Helaas liet zijn gezondheid zo’n druk schema niet toe. Eduard was snel moe.

Ik heb geen idee meer wie van ons het heeft voorgesteld, maar op een dag werd ik zijn privéchauffeur. In ruil daarvoor kreeg ik toegang tot de persruimte en de toernooizaal. Hij loodste me zonder dat iemand een aanmerking durfde te maken naar binnen. Nou ja, het is een keer voorgekomen tijdens het Interpolistoernooi dat een van de aanwezige journalisten een opmerking maakte. Zoiets als: “Wat doe jij hier?” Eduard loste dit probleempje soepel op. Daarna behoorde ik definitief tot de incrowd.

Het was een gouden tijd, want wie van mijn schaakvriendjes kreeg nou de kans om de schaakgiganten persoonlijk te ontmoeten? Hun verbazing was groot toen ze me rustig tussen de grootmeesters zagen wandelen. Ik heb ze nooit verklapt hoe dat precies zat.

Tijdens onze ritten van en naar de toernooien kon Eduard een uiltje knappen en af en toe kletsten wij volop met elkaar. Uiteraard heeft hij ook mij meerdere malen over zijn droom, om in gewonnen positie te sterven, verteld.

De schwindler beschwindeld
Eduard was tactisch een zeer handige speler. Op die manier wist hij menig speler een rad voor ogen te draaien. Of zoals hij het zelf noemde ‘zijn tegenstander te krenkfnuiken’.

Kijk eventjes naar de stelling hiernaast. Die stamt uit een partij tussen Donner (wit) en Spanjaard. Het ziet er donker uit voor Eduard ware het niet dat Donner een kleinigheid over het hoofd heeft gezien. Zwart wint met 1… Th1+ 2. Kxh1 Kg3 en mat is niet te vermijden. Het schijnt dat Donner koeltjes heeft opgemerkt “Och zulke dingen kunnen nu eenmaal gebeuren!” Op die manier heb ik Spanjaard menig puntje zien binnenhalen.

Wij zaten in de speelzaal op ons vaste stekkie naast elkaar. Maar nooit tegenover elkaar. Toch hebben wij ooit een keer tegen elkaar gespeeld. Niet op de club maar bij hem thuis. Spanjaard speelde graag de Svesnikov. Kennelijk wilde hij deze, ik meen destijds tamelijk nieuwe variant, nog een keer grondig oefenen. Dus vroeg hij me of ik een oefenpotje met hem wilde spelen. Ik twijfelde en vroeg me openlijk af of ik daarvoor wel de meest geschikte persoon was. Ik speelde immers nooit 1. e4! Dus wist ook weinig af van de Svesnikov.

Enfin, het is er toch van gekomen. Ik vermoed dat ik een boekje heb geraadpleegd om zodoende toch nog in staat te zijn enige weerstand te bieden. Maar het was onvermijdelijk: Eduard was druk doende om me van het bord te vegen. Op de een of andere manier is het me gelukt om mijn dame achter zijn linies te frommelen en deze keer nam ik hem beet. Eeuwig schaak!

Gestorven in het harnas
Wat de reden is: ik heb geen idee, maar op de dag van zijn dood achter het schaakbord in het voorjaar van 1981 was ik niet op de club aanwezig. Dromen zijn kennelijk niet altijd bedrog. Eduard liet het leven in gewonnen stelling. Ik herinner me dat niet iedereen het daarover eens was. Zie het diagram. Tegenwoordig kun je dat gemakkelijk met de computer nagaan. Die laat er geen enkele twijfel over bestaan: zwart staat gewonnen. Het siliconen monster oordeelt +3,3 voor zwart na bijvoorbeeld 1. Txe4 Dxe4 2. Pd4 Kg7 of 1. Tx4 Dxe4 2. Dd2+ De3

Ik was later wel aanwezig bij de uitvaart. Daar gaven talloze bekenden uit het Nederlandse schaakleven, inclusief de imposante verschijning van Max Euwe, acte de présence. Het was een indrukwekkende ceremonie.

Helaas moet je vroeg of laat van mensen afscheid nemen. Maar de herinneringen aan deze geweldige persoonlijkheid kan zelfs Magere Hein ons niet afnemen!

Hier vind je nog veel meer herinneringen aan deze bijzondere schaker….

4 gedachtes over “Herinneringen aan Eduard Spanjaard

  1. Michel, leuke site! Je woont trouwens dicht in de buurt van een bijzonder schaakfenomeen. Dat zijn kerkjes met schaakbord stenen. In Bottna ten noorden van Gotenburg is zo’n middeleeuws kerkje. Mocht je daar ooit eens langs gaan dan houd ik mij aanbevolen voor kiekjes. Ik heb op caroluschess.com er uitgebreidere info staan. Groetjes Leo

  2. Beste Leo,
    Van harte bedankt voor je leuke reactie. Ik kon die plaats trouwens niet zo snel vinden. Er is wel een Bottna, maar dat ligt aan de Oostkust en is hier een behoorlijk eind vandaan. Of heb ik verkeerd gezocht?

  3. Jaha! (zouden de Zweden zeggen). Tanum, ben ik geweest is vooral bekend van de prehistorische rotstekeningen (zeer de moeite waard). Wellicht kom ik er weer eens als wij iemand op bezoek hebben. Dan neem ik de kerk in het programma op. Bedankt voor de tip.

Geef een reactie